-
Voorstelling:
1. je ziet een vrouwelijk beeldje.
2. het beeldje houdt haar armen achter de rug en de benen staan recht.
3. je ziet niks van het hoofd omdat het bedekt is. Vormgeving:
1. het beeldje is lichtbruin.
2. het beeldje is waarschijnlijk niet beschilderd.
3. het beeldje is van steen gemaakt. -
-
-
Voorstelling:
1. je ziet in het midden een grote stier.
2. de stier is omringd met paarden.
3. het lijkt alsof de dieren rennen. Vormgeving:
1. het is geschilderd op een rots.
2. er zijn veel natuurlijke kleuren gebruikt.
3. er is niet zo veel detail gebruikt. -
Voorstelling:
1. je ziet een dierenlichaam.
2. de grotschildering heeft scheuren.
3. de dieren hebben geen kop. Vormgeving:
1. de kleuren die zijn gebruikt zijn erg vervaagt.
2. er zijn maar twee kleuren die echt te zien zijn.
3. er is weinig detail maar dit kan al verweerd zijn. -
Voorstelling:
1. er zijn veel dingen door elkaar geschilderd.
2. volgens de schilder zou je een man en gewonde bizon moeten zien, maar ik zie dat niet.
3. je ziet een vorm van diepte. Vormgeving:
1. er zijn veel verschillende kleuren gebruik.
2. er zit heel weinig detail in dit schilderij.
3. het is geschilderd op een grot. -
Voorstelling:
1. je ziet een persoon die op de grond zit.
2. zijn/ haar handen rusten op het hoofd.
3. het lijkt alsof de persoon verdrietig of gestrest is. Vormgeving:
1. het beeldje is waarschijnlijk van steen gemaakt.
2. het beeldje is waarschijnlijk niet beschilderd.
3. het beeldje is in een natuurlijke positie weergegeven. -
Voorstelling:
1. je ziet een pot/ beker.
2. het lijkt alsof de pot armen heeft.
3. het lijkt alsof de pot een gezicht heeft. Vormgeving:
1. de pot is van een bruin/gelige kleur gemaakt.
2. de pot is niet netjes afgewerkt.
3. de pot is waarschijnlijk van klei gemaakt. -
-
-
Voorstelling:
1. je ziet een tempelhanger.
2. aan het bovenste stuk lijken hoofden te zitten.
3. er hangen bepaalde wezens aan het onderste stuk. Vormgeving:
1. de tempelhanger heeft veel detail
2. de tempelhanger is van goud.
3. de tempelhanger heeft een bel erin. -
Voorstelling:
1. je ziet een mens die een ander menselijk hoofd vasthoudt.
2. de persoon staat in een levendige houding.
3. de persoon heeft een soort doek om zijn onderlichaam heen. Vormgeving:
1. het beeld heeft heel veel detail.
2. het beeld is waarschijnlijk gemaakt van marmer of beton.
3. het beeld staat in een contraposthouding. -
Voorstelling:
1. je ziet een vrouwelijk beeld.
2. het beeldje zit in een soort schelp.
3. het beeldje is roze. Vormgeving:
1. het beeldje is waarschijnlijk van marmer gemaakt.
2. het beeld heeft veel detail.
3. het de vrouw zit in een levendige positie. -
Voorstelling:
1. je ziet een dier liggend op de grond.
2. je ziet twee kinderen hangend tegen het dier aan.
3. je ziet een hand die iets vastheeft. Vormgeving:
1. het beeld heeft heel veel detail.
2. het beeld is waarschijnlijk van beton of marmer gemaakt.
3. het beeld heeft weinig kleur. -
Voorstelling:
1. je ziet een mannelijk beeld.
2. het beeld heeft geen armen.
3. het beeld heeft kleding aan. Vormgeving:
1. het beeld is waarschijnlijk van een soort metaal gemaakt.
2. het beeld heeft veel detail.
3. het beeld heeft een archaïsche lach. -
Voorstelling:
1. je ziet mozaïek.
2. je ziet een ram, koe en kalf
3. de dieren liggen allemaal Vormgeving:
1. het heeft veel detail.
2. het heeft veel kleur.
3. het is gemaakt van mozaïek.