-
Rond het jaar 111.500 v.C begon de ijstijd. Er lag over Noord-Europa een ijskap en de Noordzee was drooggevallen doordat er zoveel ijs op kwam. Nederland was in die tijd een poolwoestijn. Soms werd het iets warmer en leefden daar mammoeten en wolharige neushoorns. Na 100.000 jaar eindigde de ijstijd. Dat komt doordat de temperatuur van de aarde steeg.
-
Lascaux is ontdekt op 1990 en het grot werd beschilderd rond 15.000 voor Christus. Het is ontdekt door drie mannen: Laval, Marcel Ravidat, Jacques Marsal en archeoloog Brueil. Op de grotschilderingen zie je een man en een bizon. Vroeger waren er cro-magnonmensen en die hebben dit gemaakt. Hierdoor zijn we meer te weten gekomen.
-
Na de ijstijd ontstonden er in Nederland eerst een toendralandschap van mos,gras en lage waardoor er weer rendieren waren. Maar de temperatuur bleef stijgen zodat de toendra's weer verdwenen. Rond het jaar 6000 v.C waren er al dichte bossen in het noorden en het zuiden van Nederland. Doordat het ijs smelt kwam de Noordzee ook weer terug.
-
Na de ijstijd kwamen er weer mensen en het waren jager-verzamelaars. Zij trokken steeds rond en ze bleven nooit op een plek, ook wel nomaden genoemd. Het middel van bestaan was door te vissen, te jagen en door voedsel te verzamelen. In de lente gingen ze vissen. In de zomer trokken ze naar de zee om schelpen te verzamelen. In de herfst verzamelden de vrouwen noten en vruchten. In de winter gingen de mannen jagen op pelsdieren: dieren met een bonte vacht zoals eenden.
-
Rond 11.000 voor Christus was de landbouw uitgevonden in het Midden Oosten. Het wordt een revolutie genoemd, omdat het zo'n groot verandering was dat we het zelfs nu in deze tijd nog de landbouw gebruiken.
-
Rond 5.000 voor Christus werd de landbouw uitgevonden in Nederland. Het was in het zuiden wanneer het eerst werd uitgevonden.