Tekenen tijdlijn

  • 800 BCE

    kunstwerk 1 (archaïsche periode)

    kunstwerk 1 (archaïsche periode)
    kunstenaar: onbekend
    dit is een typisch werk uit deze periode omdat het zwart figuur wordt gebruikt. Op aardwerk worden er figuren getekend in de zwarte en oranje-rode kleur. Daarnaast zijn de figuren in nog een deel Egyptische stijl gemaakt. En zijn ze gedetailleerd maar toch nog steeds alleen de omtrek.
  • Period: 800 BCE to 500 BCE

    Archaïsche periode

    Het woord archaïsch betekent 'uit het begin'. In deze tijd werden de eerste grote tempels gebouwd en ook de schilderkunst en monumentale beeldhouwkunst kwam tot ontwikkeling. Uit deze tijd is het aarde werk zeer bekend zoals zwart-figuur stijl waarbij ze met een zwart silhouet tekeningen maakte op hun aarde werk, het onderpand was dan rood/oranje. Rood-figuur stijl hierbij hadden ze een zwart onderstuk en maakte ze rode figuren, deze hadden meer details en kwamen later
  • Period: 800 BCE to 50 BCE

    Griekse kunstperiode

    In de Griekse kunstperiode heb je drie verschillende vormen: Archaïsch, klassiek en het hellenisme. Archaïsch, vooral aardewerk stijlen als zwart-figuur en rood-figuur. Klassiek, alle denkbare cultuuruitingen kwamen hier in bloei zoals ook de architectuur. Hellenisme, alle kunst was haast hetzelfde als in de klassieke tijdperk maar dan veel meer uitdrukkingen en net een tikkeltje explosiever.
  • 799 BCE

    kunstwerk 2 (archaïsche periode)

    kunstwerk 2 (archaïsche periode)
    Dit beeld is typisch uit deze tijd omdat het een dof beeld is, niet gepolijst. Daarbij staat de persoon heel statisch, recht niet heel dynamisch. Er zit geen houding in. Er is geen emotie weergegeven en het is niet natuurgetrouw.
  • 798 BCE

    kunstwerk 3 (archaïsche periode)

    kunstwerk 3 (archaïsche periode)
    Deze zuil is niet perse een kunstwerk maar toch een kenmerkend bouw werk uit deze tijd. Het is een zuil met een simpel dekplaat, en kussen. Er zitten geen dingen aan zoals bij Ionisch en Korinthisch. Er is geen basement. Het is de simpelste versie van een zuil.
  • 500 BCE

    kunstwerk 4 (klassieke periode)

    kunstwerk 4 (klassieke periode)
    Diskobolos Lancelotti
    dit beeldhouwwerk is uit de klassieke tijd omdat het een lichaam is die volgens de Grieken, perfect is gemaakt. De spieren, het lichaam het gezicht alles is in verhouding. Er wordt een sporter afgebeeld, sport was belangrijk in de tijd van de Grieken. Daarbij is de houding samen met de contrapost houding een bekende Griekse houding.
  • Period: 500 BCE to 350 BCE

    Klassieke periode

    beslaat de periode van ongeveer 500 tot 350 voor Christus. In deze periode kwamen vrijwel alle denkbare cultuuruitingen tot grote bloei: filosofie, politiek, literatuur, muziek, schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. De verworvenheden uit deze tijd zijn in de loop van de geschiedenis van zoveel betekenis en invloed gebleken, dat deze periode klassiek wordt genoemd. In de architectuur kwamen ook verschillende kenmerken waar ik verder meer over uitleg
  • 499 BCE

    kunstwerk 5 (klassieke oudheid periode)

    kunstwerk 5 (klassieke oudheid periode)
    Dit is weer een typisch beeld uit de klassieke oudheid omdat er de contraposthouding wordt toegepast. Dit is een houdingn waarbij hier het linkerbeen gespannen staat en de rechter ontspannen. De linkerheup zit hoger dan de ander en de rechterschouder zit hoger dan de linker. Dit is de houding. Er is een natuurlijk gezicht, geen overdreven of totaal geen emoties. Je kan het hele beeld bekijken
  • 498 BCE

    kunstwerk 6 (klassieke oudheid periode)

    kunstwerk 6 (klassieke oudheid periode)
    Dit is de tweede zuil uit de Griekse periode. Deze zuil is meer luxe en aangekleed vergeleken met de Dorische. Hij heeft als voluten als kussens bij het kapitaal. De zuil is slanker en heeft een basement.
  • 350 BCE

    kunstwerk 7 (hellenistische periode)

    kunstwerk 7 (hellenistische periode)
    De Laocoöngroep
    Dit beeld is typisch hellenistisch omdat er meer dynamiek is, het is nog zoals het klassiek in verhouding maar met meer dynamiek. ER zijn kleinere details, er word expressies gebruikt en soepele golvende vormen.
  • Period: 350 BCE to 50 BCE

    Hellenisme periode

    beslaat de periode van ongeveer 350 tot 50 voor Christus. Deze tijd begint met de veroveringen van Alexander de Grote. Zijn rijk strekte zich uit van Griekenland tot ver in het Midden-Oosten. Na verloop van tijd nam de macht van de Grieken echter steeds verder af. Hier werd alles net iets anders dan de klassieke periode zoals meer details of andere positie of hetzelfde beeld met extra kenmerken uit deze tijd.
  • 349 BCE

    kunstwerk 8 (hellenistische periode)

    kunstwerk 8 (hellenistische periode)
    beeld van Poseidon
    het beeld is brons. Dit kwam op in deze periode en in niet veel periodes worden bronzen beelden gebruikt. Daarnaast oefenend hij weer een sport en staat het voor de God Poseidon. Het lijf is dynamisch maar in verhouding en volgens de waardes.
  • 348 BCE

    kunstwerk 9 (Hellenistische periode)

    kunstwerk 9 (Hellenistische periode)
    Korinthische zuil, de derde zuil.
    deze zuil is nog een stuk luxer en gedecoreerd. Het kapiteel bevat acanthus bladeren, hij is weer slank en een net anders basement. Daarbij architraaf versiert met motieven van de Goden.
  • 50 BCE

    kunstwerk 10 (Romeinse periode)

    kunstwerk 10 (Romeinse periode)
    rondbogen in een colosseum
    De Romeinen waren een van de eerste die met ronde dingen aan het werk gingen. Ze konden de hoogte in, de grieken stapelde vooral en konden met hun zware tempels niet de hoogte in. De Romeinen daarentegen wel. Zij kwamen op de rondboog, de werd door middel van een houten mal of formeel en sluitstenen gebouwd. Ze hebben wel steun nodig aan de zijkanten maar werden voor verschillende dingen gebruikt.
  • Period: 50 BCE to 450

    Romeinse tijd

    De Romeinse klassieke kunst met rondbouw en gladiatoren die streden in collosiums. Dit waren manieren van vermaak, de Romeinen veroverde veel maar maakte ook veel tijd voor ontspanning als badhuizen en theather. Ze veroverde haast heel Europa. Maakte de eerste wegen.
  • 49 BCE

    kunstwerk 11 (Romeinse periode)

    kunstwerk 11 (Romeinse periode)
    Composiet orde, laatste zuil.
    dit is een orde die een mix is van Ionisch en Korinthisch. Er worden in het kapiteel zowel voluten als acanthusbladeren gebruikt. Er is weer een slanke zuil en de architraaf is weer versierd.
  • 48 BCE

    kunstwerk 12 (Romeinse periode)

    kunstwerk 12 (Romeinse periode)
    fresco van Theseus
    fresco is een muur tekening, je ziet nog deels aan de ondergrond dat het op een muur gemaakt is. De scheuren en groffe van verf. Daarnaast wordt er weer een God in dagelijks leven afgebeeld. De lichamen zijn Goddlijk afgebeeld maar toch beweegelijk.
  • 300

    kunstwerk 13 (Byzantijnse periode)

    kunstwerk 13 (Byzantijnse periode)
    kerk kunstwerk, dit is typisch uit deze tijd. Alles was volgens het geloof of voor het geloof. Er wordt geen gebruik gemaakt van diepte maar overlapping en contouren. Het is niet meer zoals bij de Grieken en Romeinen in de perfectie het is meer statisch.
  • Period: 300 to Jan 1, 1500

    middeleeuwen

    vooral gericht op de Godsdienst. Gildens, en standen. Veel armoede bij de burgers. De adele en kerk hadden het zeggen.
  • Period: 300 to Jan 1, 1000

    Byzantijnse en vroeg christelijke kunst

    Grote volksverhuizing in deze tijd. Romeinse rijk kwam in de handen van de Germanen. Het rooms- katholiek werd staatsgodsdienst in oost en west Romeinsrijk.
  • 301

    kunstwerk 14 (Byzantijnse periode)

    kunstwerk 14 (Byzantijnse periode)
    Petrus met hemelsleutel
    dit is een beeld ergens op een muur. Het is een beeld met hoog en laag reliëf da nu samen gebracht wordt om detail te geven. Er wordt gebruikt gemaakt van attributen en verwijzingen. De sleutel en de strepen boven zijn hoofd komen uit de bijbel.
  • 302

    kunstwerk 15 (Byzantijnse periode)

    kunstwerk 15 (Byzantijnse periode)
    je ziet hier de basiliek in San Vitale (Ravenna), opdracht gegeven door Ostrogoten onder de naam van bisschop Ecclesius.
    het is kenmerkend voor de tijd omdat er gebruik wordt gemaakt van centraalbouw, het is een lomp gebouw met ramen maar niet heel groot. Alles is constructief en belangrijk, steunde muren.
  • 401

    kunstwerk 16 (Keltische periode

    kunstwerk 16 (Keltische periode
    een bladzijde uit het boek Book of Kells gemaakt door de keltische monniken.
    de Keltische monniken staan bekend om hun sierlijke vlechtelijke letter en versiering van dieren en andere afbeeldingen in Bijbels. Deze figuren waren levensgetrouw
  • Period: 401 to 500

    Keltisch

    Britse en Ierse afkomst. Bijbels werden hier gekopieerd. Heel lang tot rustige plek met eigen dingen maar uiteindelijk ook tot het Christerdom bekeerd. Ze drukte geen mensen af dat past niet in hun geloof, letters, symbolen en dieren waren wel zeer geliefd.
  • Jan 1, 1000

    kunstwerk 17 (Romaanse periode)

    kunstwerk 17 (Romaanse periode)
    Onze-Lieve-Vrouwekathedraal
    Deze kerk is uit de Romaanse periode. Er zit een aspis in het midden van de achterkant van de kerk, Er zijn kleine raampjes, en er wordt gebruik gemaakt van rondbogen.
  • Period: Jan 1, 1000 to Jan 1, 1200

    Romaans

    Bijbel en kerk was heel belangrijk groot kenmerk in alle vormen in deze kunstperiode. Kerk en kloosterbouw. Boekdruk was door monniken die ook miniatuurschilderingen deden.
  • Jan 1, 1001

    kunstwerk 18 (Romaanse periode

    kunstwerk 18 (Romaanse periode
    Fresco van het laatste avondmaal
    het is weer een vorm van het overbrengen van de godsdienst. Je ziet aan de scheur dat er een klaklaag onder zit, hierop werd dit gemaakt. ER zijn niet veel kleurovergangen en "simpele" afbeeldingen
  • Jan 1, 1002

    kunstwerk 19 (Romaanse periode)

    kunstwerk 19 (Romaanse periode)
    Westelijk Romaans timpaan, Chartres
    dit is een beeldwerk uit de Romaanse periode omdat het een werk is dat boven de deur of in een muur zit, het is niet om er om heen te lopen. Hoog en laag reliëf. Er wordt weer een Bijbels verhaal uitgebeeld.
  • Jan 1, 1150

    kunstwerk 20 (Gotische periode)

    kunstwerk 20 (Gotische periode)
    Giotto, Maestà
    Dit is een tempera werk van Giotto, het behoord tot de Gotische stijl omdat er heel veel geeld, goude kleuren worden gebruikt. Ze zijn meer de "toegepaste" kleuren gaan gebruiken. Er worden veel contrasten gebruikt in kleur en figuren. Daarbij worden er nog steeds Bijbelse taferelen voor de analfabeten afgebeeld.
  • Period: Jan 1, 1150 to Jan 1, 1500

    Gotisch

    geldeconomie en opkomst van kleine steden lang handelsrouten. Eerste munt werd geslagen.
  • Jan 1, 1151

    kunstwerk 21 (Gotische periode)

    kunstwerk 21 (Gotische periode)
    Kathedraal Reims
    dit zijn de bekendste kenmerkende beelden voor de Gotische periode. Dit is omdat er kunst buiten op de kerk kwam, beelden. Deze engelen zijn goede voorbeelden voor beelden die bij de kerk horen, van een kant bedoeld zijn, stenen beelden en waar de gezichten en lijven niet helemaal zoals bij de vorige periodes wel deden, kloppen.
  • Jan 1, 1152

    kunstwerk 22 (Gotische periode)

    kunstwerk 22 (Gotische periode)
    Je ziet hier de binnen kant van de kerk, Saint Dennis bij Paris.
    De binnenkant van de kerk heeft de Gotische kenmerken, kruisgewelven, meer ramen, en glas in lood ramen om Bijbelse taferelen uit te beelden.
  • Jan 1, 1400

    kunstwerk 23 (Vlaamse primitieven)

    kunstwerk 23 (Vlaamse primitieven)
    altaarstuk van Dirk Bouts.
    In de Vlaamse primitieven werd de olieverf uitgevonden, daardoor konden er met de kleuren meer kleurovergangen gemaakt worden. De kleuren konden beter gemengd worden, er werd een verdwijnpunt toegepast wat de verhouding beter maakte, er hoefde niet meer diepte gemaakt worden door middel van overlapping )en grootte). Verder worden er nog steeds aspecten subtiel van de Bijbel weergegeven.
  • Period: Jan 1, 1400 to Jan 1, 1500

    Vlaamse Primitieven

    religieuze voorwerpen en taferelen in dagelijkse werkelijkheden. Olie verf is ontstaan.
  • Period: Jan 1, 1400 to

    Renaissance

    Reformatie. De mensen kregen een ander zelfbeeld en gingen in plaats van naar de kerk en de Bijbelse verhalen te luisteren zelf op onderzoek uit. Boekdrukkunst is in 1445 opgekomen, humanisme is een nieuwe levensfilosofie.
  • Jan 1, 1401

    kunstwerk 24 (Vlaamse primitieven)

    kunstwerk 24 (Vlaamse primitieven)
    Rogier van der Weyden, kruisafneming
    Je hebt hier weer een altaar stuk dat een Bijbels tafereel laat zien. Hetzelfde als bij de vorige worden er grote en kleine hints gegeven dat zorgt dat je het naar de Bijbelse verhalen kan leiden. De kleuren zijn zuiverder en kunnen worden gemixt door de olieverf. Omlijst zodat het in de kerk of bij de rijke kan opgehangen.
  • Jan 1, 1425

    kunstwerk 25 (Renaissance periode)

    kunstwerk 25 (Renaissance periode)
    Brunelleschi, interieur van de San Lorenzo in Florence.
    De binnenkant van dit gebouw is toepasselijk bij de Renaissance omdat het in symmetrie is. Er zitten duidelijke uitmetingen en producten zoals rondbogen en de zuilen, niet als uitrustend maar als versierinig. Het is dus het gemeten en het decoratieven met nieuwe en oude kenmerken.
  • Jan 1, 1426

    kunstwerk 26 (Renaissance periode)

    kunstwerk 26 (Renaissance periode)
    Sandro Botticelli, de geboorte van Venus
    Alles is met elkaar verbonden is, alles springt uit. Er zijn natuurlijk opzettelijke uitspringers maar aan alles is tot in de punten perfect gemaakt. Alles is in verhouding, de lichamen zien er volgens het Grieks perfect uit. Er is geen standaard pose, de poses zijn vrijer maar niet net als in de middeleeuwen uit verhouding. De emoties zijn tot in de puntjes overgebracht. De kleuren en de kleur mening. Daarom past dit in de Renaissance.
  • Jan 1, 1427

    kunstwerk 27 (Renaissance periode)

    kunstwerk 27 (Renaissance periode)
    Jean de Dinteville, de ambassadeurs.
    Dit werk is een werk uit de Renaissance omdat er stillevens in een portret zijn verwerkt. Het is een portret met niet geloof geleerde mensen. Er zitten misschien wel met het stilleven boodschappen verwerkt van het geloof. Daarnaast brengt de schilder de mensen over, met onderzoek en waarnemen. Kijk maar naar de huid en alles, de stofuitdrukking.
  • Jan 1, 1520

    kunstwerk 28 (Maniërisme periode)

    kunstwerk 28 (Maniërisme periode)
    The Dead Christ with Angels, Rosso Fiorentino
    Dit werk is kenmerkend van het Maniërisme omdat, na een tijd van precisie deze vormen en compositie van de mensen heel apart is, het is niet een handige houding. Daarnaast word de ruimte anders opgevuld. En er wordt veel drama gebruikt in de emoties, ook door de houding van de mensen.
  • Period: Jan 1, 1520 to

    Maniërisme (laatrenaissance)

    overgangsvorm naar Barok. overdreven elegantie en gekunstelde emoties en niet naar de edele maatwerken gekeken.
  • Jan 1, 1521

    kunstwerk 29 (Maniërisme periode)

    kunstwerk 29 (Maniërisme periode)
    Hendrick Goltzius, de zondeval.
    Dit is een werk dat bij het Maniërisme hoort omdat er weer gebruik wordt gemaakt van langgerekte, ongemakkelijke personen. Het kleurgebruik is typisch: bleekrose, (oranje), groen en zeeblauw. Daarbij werden er weer halfnaakte mensen afgebeeld (voor heel Renaissance). In de middeleeuwen werd er namelijk nooit, tot bijna nooit iemand bloot geschilderd. Het was voor de kerk, daarom.
  • kunstwerk 30 (Barok)

    kunstwerk 30 (Barok)
    Rembrandt, de nachtwacht.
    Groot licht-donkercontrast. kunst voor gildes en adel. Diagonale compositie.
  • Period: to

    gouden eeuw

    scheepvaart, VOC en WIC, nederland rijk land door kolonies en zeevaart.
  • Period: to

    Barok

    Contra-Reformatie, nieuwe opmerkingen over kunst binnen de kerk. Absolutisme, en het is een katholieke stijl
  • kunstwerk 31 (Barok periode)

    kunstwerk 31 (Barok periode)
    Giovanni Battista Gaulli.
    Dit is een Gesamtkunstwerk. Het is op het daken vormt zo de hele kamer tot een kunstwerk. Het trekt de aandacht en is overal wat. Het werk komt echt uit de lijst wat ook typisch gouden eeuw is. Het is veel voor het oog en zeer dynamisch
  • kunstwerk 32 (Barok periode)

    kunstwerk 32 (Barok periode)
    Straatje van Vermeer,
    Het is een van de onderwerpen, een nieuw soort, stadsgezichten. Het is niet in opdracht. Gebruik van gecompliceerde compositie, meerdere verdwijnpunten. Het is een lichtwerk maar toch gedetailleerd en uitgewerkt.
  • kunstwerk 33 (Rococo periode)

    kunstwerk 33 (Rococo periode)
    frangonard, the swing
    weinig rechte lijnen, veel dynamiek en speelsheid in kleurgebruik, compositie en mensen verstoppen. Heel elegant en sierlijk. Van de kenmerkende kleuren: roze, wit, lichtblauw, lichtgeel, goud. Komen er meerder in voor.
  • Period: to

    Rococo

    dezelfde stijlen als in Barok alleen speelser, fijner en grilliger. Rijke burgers pronkte er mee. Hofkunst dus voornamelijk
  • kunstwerk 34 (Rococo periode)

    kunstwerk 34 (Rococo periode)
    François Boucher, rustend meisje
    Het is een speels, ook een beetje eroties voor de tijd, weinig rechte lijnen. Weer de standaard kleuren maar vooral roze. Heel verfijnd.
  • kunstwerk 35 (Neo-classicisme)

    kunstwerk 35 (Neo-classicisme)
    de bron, Ingres
    Het schildrij is typisch neo-classisme omdat het de koele kleuren bevat. Het evenwichtig en harmonieus is. Het is namelijk simpel maar toch harmonie vol. Het schilderij is dan wel simpel in zijn manier van maken maar gigantisch van formaat. Dit maakt het een stille grootsheid soort van.
  • Period: to

    Neo-classicisme

    Door opgravingen in Pompeii en Herculaneum kwam strenge regels van klassieke oudheid terug "edele eenvoud en stille grootsheid". De stijl werd een studie. Het rustige en klassieke kwam terug na een drukke tijd uit de gouden eeuw. De stijl werd gevolgd volgens de oude regels met nieuwe ingevingen en moderne ideeën en opvattingen.
  • kunstwerk 36 (Neo-classicisme)

    kunstwerk 36 (Neo-classicisme)
    Jaques Louis David, De eed der Horatiërs
    Dit werk behoort tot het classicisme omdat het een werk is dat een symbolisch voorstelling tot een eigentijds iets koppelt. Het is hierbij zonder veel versiersels en tot een rustig werk gelaten. Er is hier in de compositie ook veel rekening gehouden. Overal kan je precieze composities vinden. Zoals de zwaarden, de manier waarop de mannen van elkaar staan en de achtergrond.
  • kunstwerk 37 (neo-classicisme)

    kunstwerk 37 (neo-classicisme)
    Jacques Louis David
    Napoleon in zijn studeerkamer
    Je ziet hier een onderliggende stijl, Napoleon stijl. Dit was een meer empire stijl die liet zien hoe matig hij was. Kenmerkend is de symmetrie van de meubels op de achtergrond. De compositie, een hand in zijn jasje. Daarbij was de kleding ook zeer belangrijk. De leger kleding hier en voor mannen hoge bakkebaarden, witte broeken die tot de knie kwamen.
  • kunstwerk 38 (romantiek)

    kunstwerk 38 (romantiek)
    Caspar David Friedrich, wandelaar boven de nevelen
    Dit beeld behoort bij romantiek omdat er gebruik wordt gemaakt van losse penseelstreken, er is veel natuur te zien. De penseelstreken en manier van schilderen geeft veel emoties en gevoel. Dit komt ook door het kleurgebruik.
  • Period: to

    romantiek periode

    in de Romantiek tijd kwam het industrialisatie op. Het is de tijd van de Franse revolutie met Napoleon en het opkomen van achternamen.
  • kunstwerk 39 (romantiek)

    kunstwerk 39 (romantiek)
    William Turner, sneeuwstorm bij een havenmonding
    ook bij dit kunstwerk is er meer focus op de emoties die je krijgt dan dat er je realistische werken maakt. Je ziet nog wel dat er boten zijn maar de storm slokt je eigenlijk op. Je krijgt het onheil gevoel. Weer is er hier ook weer natuur, de buitenwereld te zien. Het is dramatisch beeld dat de storm heel erg overlaat komen.
  • kunstwerk 40 (romantiek)

    kunstwerk 40 (romantiek)
    Eugène Delacroix, de vrijheid leidt het volk
    Het is nationalistisch beeld dat de Franse revolutie goed laat zien. Hier wordt er daarom ook veel aandacht gelegd op de nationale Franse kleuren in de vlag die af en toe terugspringen. Er gebeurt daarbij weer een hoop en er is veel dramatiek. Er wordt weer een onderdeel behandeld waarmee ze laten zien dat ze het oneens zijn met de werkelijkheid
  • kunstwerk 41 (Realisme)

    kunstwerk 41 (Realisme)
    Hendrik Willem Mesdag, platbodems in de branding
    Het kunstwerk is kenmerkend aan realisme omdat het buiten kunstwerk is, maar van de vorige kunstwerken werd er op gevoel geschilderd uit herinnering. Je kan doordat ze nu verf in tubes hadden zien dat het een stuk realistischer is geworden. De kleuren en verloop van het water is realistischer. Daarbij kan je het aan de schepen zien dat het een modernere tijd is. Het kleurgebruik is veel rond hetzelfde palet en een interessant kleurgebruik.
  • Period: to

    Realisme

    fotografie, fotografie ontstond door een utvinding van Joseph.
    industrialisering
    Rond 1848 waren er veel opstanden en revoluties doordat de bevolking er economisch slecht voorstond. Dit zie je veel in de werken terug. Je ziet namelijk veel arbeiders en plaatjes van het platteland die de echt situaties laten zien.
  • kunstwerk 42 (realisme)

    kunstwerk 42 (realisme)
    Jean-Francois Millet, het Angelus
    Dit is kenmerkend aan het realisme omdat het een beeld van arme op het land is. De slechte kant van het leven werd laten zien. Niet rijken die geposeerd staan maar mensen die aan het werken zijn. Door het gebruik van licht en de zonsondergang krijgt het een romantisch gevoel. Door het kleurcontrast en de mensen hun houding krijgt het een intiem gevoel.
  • kunstwerk 43 (Realisme)

    kunstwerk 43 (Realisme)
    Honoré Daumier, derde klas treinwagon
    Het lichtgebruik is weer door het een soort gloed te geven. Het zorgt voor een soort warmte. Het beeld lijkt eerst heel gewoon maar hoe meer je naar de mensen gaat kijken hoe meer je de verschillen tussen wat er eerst afgebeeld werd en dat er nu dus derde rangs trein mensen worden afgebeeld. Het kleurgebruik blijft weer een beetje rond dezelfde soort tinten hangen.