-
op Kreta, benoemt naar Minos
-
een fresco uit 1650 vC zijn boten met enkele mast en zeil afgebeeld, waarin handel werd gedreven. Deze schepen worden vergezeld door vrolijke dolfijnen. Ook het paleis van Knossos is gedecoreerd met dolfijnen.
-
in Griekeland vanuit de minoische cultuur
-
-
de griekse en romeinse kunst
-
Deze kenmerkt zich door:
- symmetrie
- horizontale banen met meetkundige figuren als meanders, driehoeken en spiralen
- mens- en dierfiguren werden afgebeeld als vereenvoudigde, gestileerde silhouetten
- zwarte figuren
-
-
Het woord archaïsch betekent vrij vertaald 'uit het begin'. In deze tijd werden de eerste grote tempels gebouwd en ook de schilderkunst en monumentale beeldhouwkunst kwam tot ontwikkeling.
-
-
De vroege Dorische bouwstijl is zwaar en simpel
.
de Dorische zuil heeft geen voetstuk
de schacht van de zuil is opgebouwd uit trommels die naar beneden toe iets verbreden, de zuil 'bolt' een beetje
de cannelures zijn spits, breed en ondiep
het kapiteel bestaat uit een vierkante deksteen die rust op een rond kussen
het fries vertoont afwisselend trigliefen (drie opstaande 'balkjes') en methopen (platen, vaak met beeldhouwwerk) -
Archaïsche kenmerken: Deze beelden hebben nog een statische en frontale houding
de haren zijn zeer gestileerd weergegeven in vlechtpatronen
de lichaamsvormen werden met lijnen aangegeven -
-
-
De Ionische bouwstijl is slanker en fijn versierd. de zuilen zijn smaller en slanker
kenmerkend zijn het basement en
de spiraalvormige voluten aan het kapiteel
Bij de Ionische orde is de fries doorlopend versierd met beeldhouwwerk in reliëf. Hier zijn dan geen trigliefen meer te zien, maar een voorstelling, van bijvoorbeeld een processie ter ere van de God of Godin.
Op de architraaf worden horizontale lijnen aangebracht, zodat het optisch drie balken lijken. -
- zwarte silhouetten op oranjerode achtergrond, getekend op een archaïsche manier,
- details werden na het bakken met harde stift ingekrast en bijgekleurd
- de voorstellingen tonen nu mythologische scènes en taferelen uit het dagelijkse leven. Op de vaas rechts spelen Achilles en Ajax een bordspel.
-
-
-
n deze periode kwamen vrijwel alle denkbare cultuuruitingen tot grote bloei: filosofie, politiek, literatuur, muziek, schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. De verworvenheden uit deze tijd zijn in de loop van de geschiedenis van zoveel betekenis en invloed gebleken, dat deze periode klassiek wordt genoemd.
-
- De silhouetten van de figuren werden uitgespaard, maar de details werden na het bakken met een fijn penseel ingevuld: dit liet een grotere precisie toe dan bij de zwartfigurige stijl.
- de motieven en voorstellingen bleven dezelfde als bij de zwartfigurige stijl.
- net als in beeldhouwkunst werd de lichaamshouding steeds natuurlijker uitgebeeld.
-
-
Klassieke kenmerken: het algemene schoonheidsideaal werd weergegeven
toepassing van de contraposto
perfecte weergave van de anatomie
er was sprake van harmonie tussen spanning en ontspanning
het beeld kon van alle kanten bekeken worden
de archaïsche, strakke glimlach is vervangen door een natuurlijke uitdrukking -
Deze tijd begint met de veroveringen van Alexander de Grote. Zijn rijk strekte zich uit van Griekenland tot ver in het Midden-Oosten. Na verloop van tijd nam de macht van de Grieken echter steeds verder af.
-
De latere Corintische bouwstijl is eigenlijk een variant op de Ionische. Het verschil zit hem voornamelijk in het rijk gedecoreerde kapiteel met acanthusbladeren. De architecten konden de tempels wel steeds hoger bouwen, met slankere zuilen.
-
Hellenistische kenmerken: stevig, gespierde lichamen
meer individualisme, portretten
veel emotie en beweging: complexe theatrale beelden
de dynamische beelden stonden vaak tegen een steunpunt, om het stabieler te maken -