-
Period: 1200 BCE to 750 BCE
De vroege ijzertijd
de 'donkere eeuwen' Hierbij past KA 4: De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. Homerus wordt hierbij genoemd door de Blois samen met zijn epische dichtwerken: de 'Ilias' en de 'Odyssee'. uit opgravingen is een groot huis gevonden met twee rijke graven, wat een teken is van sociale differentiatie. dit huis behoorde waarschijnlijk toe aan lokale aristocraten. -
Period: 750 BCE to 500 BCE
De archaïsche periode (1/2)
Ook in deze periode zie je de ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. Dat kun je zien aan de poleis en bijvoorbeeld de agora die zich ontwikkelden. De hoplieten hadden een sterk gevoel van saamhorigheid, ze moesten hun buurman altijd beschermen met hun schild. ze waren hier allemaal afhankelijk van. Later waren er ook hoplieten van de middenklasse i.p.v. alleen de elite. Het alfabet werd waarschijnlijk voor handel gebruikt. -
Period: 750 BCE to 500 BCE
De archaïsche periode (2/2)
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur: Hier zie je olieflessen uit Athene, De Dorische, Ionische en Korinthische bouwstijl. Pythagoras was ook van deze periode en meende dat de kosmos opgebouwd was uit zeven sferen, volgens bepaalde getalsverhoudingen. Zeus was de oppergod van de vele goden. -
Period: 500 BCE to 330
De klassieke periode
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa is te herkennen in deze periode. dat kun je zien aan de tempel van Hera die in Zuid-Italië gebouwd is. Er waren veel conflicten over dit grondgebied. -
Period: 330 BCE to 30 BCE
De hellenistische tijd (1/2)
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa is ook te herkennen in deze periode. De stervende Galliër is hier een voorbeeld van. Alexander de Grote en Antigonus Gonatas passen ook bij dit kenmerkend aspect. -
Period: 330 BCE to 30 BCE
De hellenistische tijd (2/2)
De ontwikkeling van het Jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten. Makkabeeën passen hierbij. evenals Judas de Makkabeeër, Sadduceeën en de Farizeeën.