-
3000 BCE
Tijd van jagers en boeren (3000 v.Chr.)
Grotschilderingen zijn eigenlijk een eerste uiting van de ontwikkeling van kunst bij de mens.
Waarschijnlijk was het schilderen van deze tekeningen een ritueel voor de jacht, of wellicht een bewijs van de jacht. -
Period: 3000 BCE to
Tijd
-
Period: 3000 BCE to 3000 BCE
Tijd van jagers en boeren
-
300 BCE
Tijd van Grieken en Romeinen (300 v.Chr.)
De kunst van het oude Griekenland was en is een enorme invloed op de cultuur van vele landen van oude tijden tot het heden, in het bijzonder op het gebied van beeldhouwwerk en architectuur. In het Westen werd de kunst van het Romeinse Rijk grotendeels afgeleid uit Griekse modellen. -
500
Tijd van monniken en ridders (500-1000)
De kunst was er voornamelijk om God te eren. -
1000
Tijd van steden en staten (1000-1500)
De meeste mensen konden niet lezen en schrijven. De schilderijen en glas in loodramen vertelden een verhaal. Een soort stripverhaal. -
1500
Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
De kunst greep terug op de klassieke periode. -
Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
Er werden van allerlei belangrijke kunstwerken gemaakt die erg duur waren. In deze tijd waren belangrijke schilders, zoals Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Jan steen etc. -
Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
Er was veel schilderkunst door de hoge welvaart. Veel krullen en versieringen. Rijke mensen werden afgebeeld. Veel pastelkleuren en geen symmetrie -
Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
Het gevoel bij kunst is erg belangrijk (dromen,angst, verdrietig, blij etc.) ook gebruikten ze licht en donker in de schilderijen en natuur als onderwerp. Er werden veel oude stijlen nagemaakt. -
Tijd van wereldoorlogen (1900-1950)
Gebruik van primaire kleuren. Alles moest straks en recht zijn. Grillige beelden. -
Tijd van televisie en computers (1950-heden)
Kunt komt voor in de reclame, televisie, kranten, strips etc. Veel herhaling en vergroting. Ongebruikelijke materialen. Het gaat om allerdaagse dingen. -
jsjsjsjsj
