-
Het is de periode waarin het proces van staatsvorming, welke al was begonnen tijdens Naqada II, steeds duidelijker zichtbaar wordt. De namen van koningen zijn bekend van serechs op graftombes, aardewerk en andere objecten. Ondanks de vaak gebruikte naam "dynastie 0" waren deze heersers waarschijnlijk geen deel van dynastieën.
-
De periode vangt aan met de eenwording van het land. Daarvoor in de proto-dynastieke periode, ook wel dynastie 0 of Naqada III bestond Egypte uit twee koninkrijken: de koningen uit de Nijldelta en de koningen uit Opper-Egypte. Koning Narmer uit Hierakonpolis (Opper-Egypte), verenigde Egypte door veldtochten te houden in Neder-Egypte. Wellicht dat ook diens voorganger Schorpioen II ermee is gestart. Het Narmerpalet en andere scherven van schminkpaletten geven ons een idee van de oorlog.
-
-
Tegen het einde van deze periode was er een sterk gecentraliseerde macht onder gezag van de Egyptische farao, dat werd voortgezet tijdens het Oude Rijk. De grote bouwprojecten van de koningen uit het Oude Rijk impliceren grote efficiëntie in de economie en in de organisatie van arbeidskrachten en bouwmateriaal. Een latere Farao, Snofroe probeerde zijn voorganger te evenaren. Hij bouwde drie piramides.
-
-
Het was een periode die gekenmerkt werd door het uiteenvallen van het centrale gezag van de farao. De welvaart nam vergeleken met het Oude Rijk af, maar bleef toch nog op vrij hoog niveau in de nomen (provincies) waar de lokale machthebbers het voor het zeggen hadden.
-
Tijdens het Middenrijk werden er in het gehele land bouwwerken opgericht en leek de binnenlandse politiek redelijk stabiel te zijn. Echter, de vizier van koning Mentoehotep Nebhetepre, genaamd Amenemhat, nam in 1991 v.Chr. de macht over en stichtte daarmee de 12e dynastie van Egypte. Amenemhat I voerde grote bestuurlijke en politieke veranderingen in en stichtte een nieuwe hoofdstad El-Lisht.
-
De overgang van de 12e naar de 13e dynastie verliep geleidelijk. De heersers van de 13e dynastie waren zwakker en minder invloedrijk dan die van de 12e dynastie. Tijdens 13e dynastie die ongeveer 150 jaar duurde, regeerden een zeventigtal koningen en koninginnen over het oude Egypte. Een opvallend element was de influx van immigranten uit Palestina. Deze immigranten lijken voorlopers te zijn geweest van de grote immigrantengroep uit Palestina die zich later in de oostelijke Nijldelta vestigde.
-
Dit is de periode waarin het oude Egypte op het hoogtepunt van zijn macht was. Deze periode van voorspoed begon rond 1550 v.Chr. na de verdrijving omstreeks 1550–1525 v.Chr van de Hyksos door Ahmose I. De periode beslaat de 18e, de 19e en de 20e dynastie.
De betrekkingen met andere landen en volken, zoals met Kreta en met de Hettieten waren in deze tijd goed. Veel belangrijke monumenten van het oude Egypte, zoals de Luxortempel, het Ramesseum en de tombe van Seti I komen uit deze tijd. -
Ramses II wordt wel beschouwd als de grootste farao aller tijden. Hij was een groot veldheer en bouwer. Hij liet onder andere Aboe Simbel en het Ramesseum bouwen en breidde ook verschillende andere tempels uit. Bovendien liet hij een nieuwe hoofdstad in de Nijldelta bouwen om zo eerder te kunnen reageren op een Hettitische aanval. Ramses is begraven in de Vallei der Koningen. Zijn mummie bevindt zich in Caïro.
-
-
De slag om de Delta was een zeeslag tussen Egypte en de zee mensen, rond 1175 voor Christus waar de Egyptische Farao Ramses III een enorme zee invasie afsloeg.
-
Na de dood van Ramses XI ontzette hogepriester van Amon Herihor in Thebe de farao's uit hun macht. Het land was toen opnieuw verdeeld. Herihor leidde Opper-Egypte en Smendes leidde Neder-Egypte. Smendes richtte de 21e dynastie van Egypte op, die ook als Tanites bekend is. Egypte had langdurig te maken met invallen van Libische stammen en de koningen van de 21e dynastie werden zonder een duidelijke strijd vervangen door de Libische Mesjwesj-koningen van de 22e dynastie van Egypte.
-
Nadat Egypte zwak was geworden en Koesj meer en meer zelfbestuur kreeg, ging het eigen dynastieën vormen en nam Kashta uit Koesj controle van de Neder-Nubië. Hij werd opgevolgd door Piye, die besloot noordwaarts op te rukken in een poging zijn tegenstander te verslaan die in de Nijldelta regeerde. Hij slaagde erin om Memphis te bereiken. Zijn tegenstander Tefnachte gaf zich uiteindelijk over, maar kon zijn macht in Neder-Egypte behouden. Onder Shabaka werd het rijk helemaal veroverd.
-
In 526-525 v.Chr. veroverde de Perzische Achaemenidische vorst Cambyses II Egypte en ook deels Nubië. Hiermee werd Egypte onderdeel van een groot kosmopolitisch rijk dat enige tijd zou strekken tot aan de Indus. Keizer Darius I, opvolger van Cambyses, renoveerde Necho II’s kanaal, waaruit het belang blijkt van Egypte als schakel in de handelsverbindingen binnen het Achaemenidische rijk. Ook bouwde Darius enkele tempels in Egypte, waaronder de tempel van Hibis in de Kharga-oase.
-
Alexander werd in Egypte als een bevrijder gezien en werd hier gekroond tot Farao
-
Na de dood van Cleopatra, bezetten de Romeinen Egypte en werd het een Roomse provincie.