-
In 1894 vond een archeoloog een bijzonder beeldje die ongeveer 20 a 25 duizend jaar was. Het beeldje was net zo groot als een duim.
-
De ijstijd eindigde rond 11 500 v.c..Dat kwam door de verandering van het klimaat. De temperatuur van de aarde steeg. In Nederland ontstonden er toendra's waarop rendierkuddes rondtrokken. De temperatuur bleef stijgen en daardoor verdwenen de toendra's.
-
Het oudste huisdier is de hond. Al vanaf 11 000 v.c. temden de jagers-verzamelaars in Amerika en Oost-Azie wolven en daarvan maakten ze honden. De honden waren handig voor de jacht.
-
De landbouw ontstond rond 10 000 v.c. in het Midden-Oosten op de plek die de vruchtbare halve maan wordt genoemd.
-
Vanaf de lanbouwrevolutie gimgen mensen in het Midden-Oosten schapen, geiten en varkens in gevangenschap fokken. Ze kozen dieren die handing waren voor de mens. Bijvoorbeeld een schaap, want die had wol.
-
In de wereld ontstonden er op veel plaatsen veeteelt en akkerbouw. Daardoor ontstond de landbouwsamenleving. De landbouwsamenleving was er als eerst in het Midden-Oosten op de plek die de vruchtbare halve maan wordt genoemd rond 8500 v.c.
-
De Nijl was een hele belangrijke rivier voor Egypte. Door de Nijl kon er landbouw komen. Door de Nijl kwam er vruchtbaar modder met de naam slip op het land.
-
Boeren geloofden in veel goden en vereerden ze ook. Ze dachten dat echter elk natuurverschijnsel een god zat bijvoorbeeld de zon of de maan. Ze geloofden erin, omdat ze onbegrijpelijke dingen meemaakten.
-
Rond 5000 v.c.stichtten de eerste boeren in Nederland hun dorp op vruchtbaar land in Zuid Limburg. Na 2000 jaar ontstond de landbouwsamenleving in heel Nederland.
-
De trechterbekers staan bekend om de hunebedden die ze achter lieten in hun leefgebied.Ze leefden van 4350 tot 2800/2700 v.c.
-
Het verschil in macht en aanzien was klein in de tijd van de jagers-verzamelaars. In de tijd van de boeren werd het juist groter doordat sommige boeren beter oogst hadden of doordat ze heel goed waren in werktuigen maken. Daardoor hadden ze meer dan niemand met een slechte oogst. Rijke boeren kregen ook meer te vertellen.1
-
Rond 3500 v.c. gebruikten de jagers en boeren aardewerk potten. Daarin bewaarden ze voedsel of andere dingen.
-
Vanaf 3400 v.c. bouwden de boeren in Nederland hunebedden. Hunebedden zijn grafkamers. De doden kregen potten met eten, werktuigen en sieraden mee voor het hiernamaals. Ze maakten omstreeks 3400 v.c. hunebedden als familiegraf.
-
Een farao was een koning. In dit geval de koning van Egypte. Een farao werd gezien als een god. De farao besliste samen met zijn ambtenaars over het land. Hij had ook priesters en soldaten die het land beschermde.
-
De Egyptenaren moesten het rivierwater het hele jaar door goed gebruiken en daarom bouwden ze dammen, vijvers en kanalen.Met een sjadoef(een waterschep) schepten ze het water uit de kanalen in de akkers.
-
De Egyptenaren vonden rond 3000 v.c. het hiërogliefenschrift uit. Daarop tekenden ze dingen die een betekenis hebben. Ze schreven op papyrus. Papyrus komt van de papyrusplant en daarvan kwam het woordje papier.
-
De farao was rijk en had veel macht. Daardoor kon hij niet het hele land besturen. Daarom gingen er mensen voor hem werken zoals ambtenaren, soldaten en priesters.
-
In de tijd van de Egyptenaren moest er ook belasting betaald worden. Als een boer grond wou moest hij daarvoor belasting betalen. Met het geld van de betaalde belasting kregen de ambtenaren, soldaten en priesters betaald.
-
Rond het jaar 431 v.c. gebruikten de Grieken en Romeinen tempels. Je herkent ze aan de grote palen. Het was een ingang van een heiligdom of iets anders belangrijks.
-
Op 8 september 1940 vond een jongen met zijn vrienden een grot met veel muurschilderingen uit de prehistorie.