-
De wandschilderingen waren 17 000 jaar geleden gemaakt en in 1970 gevonden in Lascaux ( Zuid-Frankrijk ). Door dat we de wandschilderingen vonden kunnen we meer te weten komen over vroeger bijvoorbeeld wat voor dieren er toen daar leefden.
-
In de laatste ijstijd zag Europa er heel anders uit. Het Noorden was overdekt met ijs, de Noordzee was drooggevallen en Nederland was een poolwoestijn.
-
De 1 e mensen na de ijstijd waren de jager-verzamelaars, die leefden van jagen, vissen en verzamelen. Ze woonden niet op 1 plek trokken rond net als nomaden.
-
Al voor 11 000 v. C temden mensen wolven en maakten er honden van. Vanaf de landbouwrevolutie gingen ook mensen in het Midden-Oosten dieren fokken zoals schapen, geiten en varkens.
-
De landbouw ontstond 10 000 v. C in het Midden-Oosten. Eerst verzamelden jager-verzamelaars daar graankorrels in het wild maar op een bepaald moment ontdekten ze dat ze het ook zelf kunnen groeien. Daarmee begon de akkerbouw.
-
De veeteelt ontstond na de akkerbouw toen mensen begonnen met het vasthouden, tam maken en fokken van dieren. Zo hadden ze altijd vlees. Later gebruikten ze ook melk, wol en trekkracht.
-
Rond 5000 v. C stichtten de eerste boeren in Nederland hun dorpen in Zuid-Limburg. Daarna verspreidde landbouw heel langzaam in. Pas na 2000 jaar was in heel Nederland landbouwsamenleving
-
In het dorp van Swifterbant had een van de begravende meer sieraden de anderen. Hij was misschien de hoofdman van Swifterbant daarom had hij meer sieraden meegekregen.
-
De hunebedbouwers waren boeren die hunebedden hadden gemaakt. De hunebedden werden gebruikt als grafkamers. de doden kregen potten met eten en drinken, werktuigen en sieraden mee voor in het hiernamaals.
-
Rond 3000 v. C veroverde Narmer, de heerser van boven-Egypte en beneden-Egypte. Egypte werd hierdoor 1 land onder 1 koning. Dit was daarmee de eerste grote staat in de wereld met een centraal bestuur.
-
Egypte had een goede economie waarin steeds meer mensen leefden van ambachten en handel. Door de welvaart nam de bevolking toe en groeiden dorpen uit tot steden.
-
Rond 3000 v. C werd het hiërogliefenschrift uitgevonden. Dit schrift bestond uit honderden kleine tekeningen. De hiërogliefen werden vooral gebruikt voor teksten die in graven en wanden in tempels werden gekerfd.
-
De piramide van Cheops is niet de eerste piramide. in 2650 v. C gaf Farao Djoser de opdracht om de eerste piramide in Sakkara te bouwen.
-
De piramide van Cheops ligt bij van Gizeh vlak bij Cairo. De piramide staat op de lijst van de 7 mooiste, hoogste en grootste bouwwerken.De piramide werd gemaakt toen farao Cheops regeerde. De piramide is 230 meter breed en 146,5 meter hoog..
-
In een Egyptische tekst staan nadelen van allerlei beroepen. Volgens die tekst was er maar een beroep dat geluk gaf: De schrijver. Hij schreef op bladen van een papyrusrol.
-
Rond 1500 v. C kwam Farao Toetmozes I aan de macht. Hij begon aan de uitbreiding van Egypte. Met een goed leger veroverde hij Syrië. Ook veroverde hij Nubiërs, die ten zuiden van Egypte woonden.
-
In 1353 v. C werd Amenhotep IV farao. Van hem mochten de Egyptenaren nog maar een god aanbidden: Aton, de zonneschijf. Hij veranderde zijn naam in Achnaton. Na de dood van Achnaton werd zijn naam veranderd in Toetanchamon.
-
Toetanchamon werd op 9 jarige leeftijd uitgeroepen tot farao, hij volgde waarschijnlijk zijn vader Echnaton op. Hij regeerde 9-10 jaar lang en werd vermoord op 19 jarige leeftijd door zijn opa.
-
Salomo liet rond 960 v. C een tempel bouwen in de hoofdstad Jeruzalem. Na zijn regering viel het koninkrijk uiteen in meerdere koninkrijken.
-
Rond 450 v. C reisde de Griek Herodotus naar Egypte. Hij wilde zelf zien hoe het er uitzag en hoe ze daar leefden. Hij wilde hen ook ondervragen over hun verleden, dat was nieuw. Daarom kreeg hij de eretitel 'vader van de geschiedschrijving'.
-
- Het ontstaan van landbouw omdat daardoor mensen zelf eten konden oogsten en op een plek gingen leven en daardoor er steden ontstonden.
-
- Egypte word een eenheid omdat dat de grootste en eerste staat was en Egypte toen onder 1 land werd onder 1 koning.
-
- De schrijver omdat je daardoor hogerop kon komen door schrijver te worden, En het belangrijk was voor de organisatie van de staat en de landbouw.