-
In de grot Lascaux waren er ongeveer 2500 geschilderde en gekraste afbeeldingen gevonden van 17000 jaar oud. de grot werd ontdekt in 1940, door de 17-jarige Marcel Ravidat. hij had namelijk gehoord dat er over de heuvel op het landgoed Lascaux een ondergrondse tunnel bevond.
-
De landbouw ontstond in het Midden-Oosten. Eerst verzamelden jagers-verzamelaars daar graankorrels in het wild. Op een bepaald moment ontdekten ze dat de geplukte graankorrels weer opnieuw groeiden als je ze we in de grond stopten.
-
Op verschillende plaatsen op de wereld ontstonden akkerbouw en veeteelt, waardoor de landbouwsamenleving ontstond. Dit gebeurde als de eerste in de vruchtbare halvemaan.
-
Nog voor 6000 v.C. vond al de stijging van de temperatuur plaats dat had tot gevolg dat er langzamerhand toendra's ontstonden. De temperatuur bleef groeien en de toendra's verdwenen weer langzamerhand. Rond 6000 v.C. waren het Zuiden en het Oosten van Nederland begroeid met dichte bossen en was de Noordzee weer gevuld. in het Westen en zuiden was het land vooral moerassig.
-
In de vruchtbare Nijlvallei was een landbouwsamenleving ontstaan. Dat kwam doordat de Nijl slib achterliet en zo konden de boeren meer oogst van de akkerbouw halen.
-
Omstreeks 5000 v.C. stichtten de eerste boeren in Nederland hun dorpen op vruchtbaar grond in Zuid-Limburg. De landbouw verspreidde zich daarna heel langzaam. Pas in 3000 v.C. was de landbouwsamenleving in heel Nederland ontstaan.
-
Door een bijzondere opgraving zijn we veel te weten gekomen over de tijd van de jagers-verzamelaars, oftewel de prehistorie. De archeologen vonden kano's, werktuigen, visfuiken en resten van vissen en vogels.
-
Het verschil in aanzien tussen jagers-verzamelaars was klein. Dit is onder andere te zien aan de spullen die ze meekregen in hun graf. Bij het dorp Swifterbant in Flevoland zijn sporen gevonden van mensen die daar van de lente tot de herfst woonden. Op dit plaatje zie je een begraven man die een sieraad in zijn graf heeft meegekregen. Hij was dus mischien een hoofdman.
-
In 1978 werd in Egypte een huis opgegraven met een werkplaats van 4 bij 3,5 meter. In het huis had een pottenbakker gewoond die kookpotten maakte voor klanten uit de buurt. Deze opgravingen lieten zien dat er in Egypte mensen waren met een ander middel van bestaan dan de landbouw.
-
Hunebedden werden gebouwd door boeren die we hunebedbouwers noemen. De hunebedden waren grafkamers. Oorspronkelijk waren ze met zand bedekt waardoor ze eruitzagen als langwerpige heuvels. In het midden van de lange kant zat een ingang naar de kamer die als familiegraf werd gebruikt. De doden kregen ook spullen mee in het graf.
-
Door de welvaart nam de bevolking toe en groeide sommige dorpen uit tot steden. Er ontstond een stedelijke samenleving. De meeste mensen woonden nog op het platte land en leefde van de landbouw. Maar een deel van de bevolking woonden nog
-
rond 3000 v.C. werd het hiërogliefen schrift uitgevonden. Het hiërogliefen is afgeleid van het Griekse woord inkervingen, omdat de tekens in het begin in steen werden uitgesneden. Dit schrift bestaat uit honderden kleine tekeningetjes. Het werd vooral gebruikt voor belangrijke evenementen .
-
Farao's lieten piramides bouwen om begraven in te worden. ze dachten dat het een soort trap naar de sterrenhemel was. De piramides werden gebouwd met behulp van duizenden arbeiders die hele grote stenen op sleden verplaatsten. De grootste piramide heet de piramide van Cheops en is 146,5 meter hoog. Die piramide ligt dichtbij het plaatsje Gizeh.
-
Thebe werd de hoofdstad van Egypte. In de omgeving van de stad bevinden zich enkele tientallen tempels en ontelbare graven van werklieden.
-
Voor het vaststellen van de akkergrenzen vonden Egyptenaren meetstokken en meetlinten uit en ontwikkelden ze de meetkunde. Meetkunde was ook belangrijk bij het bouwen van piramides. We zijn erachter gekomen door een papierusblad uit het verleden waar berekeningen op stonden.
-
Farao Toetmozes 1 kwam aan de macht. Hij begon aan de uitbreiding van Egypte. Met een goed uitgerust begroepsleger veroverde hij delen van Syrië, ten noordoosten van Egypte. Ook versloeg hij de Nubiërs.
-
Nadat Echnaton 5 jaar had geregeerd, volgde Toetanchamon hem op. Hij heette oorspronkelijk Toetanchaton, later werd zijn naam veranderd in Toetanchamon, wat betekent : "Levend evenbeeld van Amon". Zijn troonnaam Nebcheperoere betekent: "Heer van de manifestaties van Ra".
-
Nadat de joden gezamelijk Egypte verlaatten gingen zij in kanaän wonen. Daar onstond het koninkrijk Israël met Saul als koning. Na hem regeerde eerst David en toen Salomo. Salomo liet rond 960 v.C. een tempel bouwen in de hoofdstad Jeruzalem.
-
Piye besloot noordwaarts op te rukken in een poging zijn tegenstander te verslaan die in de Nijldelta regeerde. Hij slaagde erin om Memphis te bereiken. Zijn tegenstander gaf zich over, maar kon zijn macht in Neder-Egypte behouden.
-
Herodotus was een onderzoeker uit klein-Azië die zijn onderzoeken en zijn reizen schreef in boeken. Dit heeft hij door Egypte ook gedaan. Hij wordt beschouwd als de vader van de Egyptische geschiedenis. Sommige deskundige betwijfelen of hij echt een reis door Egypte heeft gemaakt, doordat zijn verhalen soms afwijken.