-
in de wetenschap wordt aangenomen dan de homo sapiens is ontstaan in Afrika en zich 100000 jaar later verspreiden. toen de homo sapiens in Europa gingen wonen leefde er al een andere mensensoort de neanderthaler en die stierven uit maar waarom weten we niet, terwel de homo sapiens daar voortleefde.
-
na de ijstijd konden mensen weer in Nederland wonen. ze jaagte, viste en verzamelde voedsel. ze woonde niet op een plek en trokken rond als nomaden.dat is een kenmerkende aspect van de tijd van de jagers en boeren.
-
deze grotschildering is erg belangrijk voor onze kennis over het verleden want zo kunnen we zien hoe de mensen die cro-mag-nonmensen genoemd worden in die tijd leefde. zij lieten hun sporen in de grot achter. in die grot schildering kan je bijvoorbeeld zien welke dieren er leefde in Zuid-Frankrijk en hoe goed de mensen vroeger konden tekenen.
-
door de verandering van het klimaat eindigde de ijstijd want de tempratuur steeg en daardoor gingen er meer planten en dieren leven en rondt 6000V.C waren het zuiden en oosten van Nederland bedekt met dichte bossen.
-
de landbouw voor het eerst in het Midden-Oosten. ze begonnen met het verzamelen van graankorrels in het wild. toen ontdekte ze dat dat ze zelf graan kunnen laten groeien. toen begon de akkerbouw. toen gingen ze dieren vasthouden, tam maken en er mee fokken van schapen, geiten en varkens en daar begon het houden van vee. daardoor hadden ze altijd vlees. later gebruikten ze ook de melk en wol van dieren en hun trekkracht. meer mensen leerden het akkerbouw en het houden van vee over de wereld.
-
de Nijl stroomt vanuit het zuiden tot het uitloopt in de middellandse zee. vanaf 5500V.C. was in de vruchtbare Nijlvallei een landbouwsamenleving ontstaan.
-
in Nederland stichten de eerste mensen hun dorpen op de vruchtbare grond van Nederland in Zuid-Limburg pas 2000 jaar later er overal landbouwsamenleving. de eerste mensen lieten hun sporen achter in de vorm van hunebedden.
-
het verschil in aanzien tussen jagers-verzamelaars was klein. dit was te zien aan de spullen die ze mee kregen in hun graf want ze kregen sieraden en giften de hoofdman kreeg meer giften maar het verschil was klein tussen de andere mensen en de hoofdman.
-
door de landbouwoverschot konden mensen zich met andere dingen bezig houden. ze konden zich specialiseren in een ambacht zoals pottenbakker, het maken van kleren of het maken van kleren of het bewerken van metaal.
-
-
Koning Narmer de heerser van Boven-Egypte veroverde Beneden-Egypte waardoor Egypte een land werd met maar een koning. de koning werd een farao genoemt