-
Op 8 september 1940 ontdekten 4 tieners de grot van Lascaux.
De grot werd wereldberoemd vanwege de vele prehistorische wand schilderingen die op de wand van de grot zaten. -
De laatste ijstijd was de vierde periode van extreme kou op aarde.
Nederland was tijdens de laatste ijstijd niet bedekt met ijs, alsnog was het hier zo koud dat het hele land een permafrost-gebied was en er een toendra gebied heerste. -
Vanaf de landbouwrevolutie gingen mensen in het Midden-Oosten ook schapen, geiten en varkens in gevangenschap fokken. Daarbij kozen ze dieren die eigenschap hadden die meer voor mensen nuttig waren. Om meer wol te krijgen lieten ze bijvoorbeeld, vooral schapen met een dikke vacht voortplanten.
-
De landbouw ontstond voor het eerst in het Midden-oosten.
Eerst verzamelden jagers en verzamelaars daar graankorrels in het wild op een bepaald moment ontdekten ze dat ze het graan zelf konden laten groeien door een deel van de geplukte graankorrels weer in de grond te stoppen. De landbouw verspreiden zich snel vanuit het Midden-oosten over Azië , Europa, Noord Amerika. -
In 5000 v.C kregen we de eerste boeren in ons land .
Ze woonden op vaste plaatsen en verbouwden gewassen op hun akkers . Voor die tijd waren de mensen nomaden. -
In 1978 werd er een huis opgegraven met een werkplaats. In deze werkplaats zou iemand rond 3600 v.C pottenbakken hebben gebakt die hij verkocht aan mensen. Deze opgraving liet ons zien dat er in Egypte dus ook een andere middel van bestaan was dan de landbouw. De boeren produceerden zoveel eten dat we een landbouwoverschot hadden en het eten gooiden we niet weg maar bewaarden we in potten.
-
Hunebedden komt van het woord hune dat betekent in oude taal reus.
De hunebedden waren van het trechterbekervolk oftewel hunebedbouwers.
De hunebedden bouwden ze waarschijnlijk om de belangrijkste mensen van het dorp in te begraven de mensen kregen sierraden , wapens , een pot met voedsel mee want de hunebedbouwers geloofden dat de doden nog een hele reis naar het volgende leven hadden. -
De eerste mensen waren nomaden oftewel jagers en verzamelaars , die hadden en rondtrekkend bestaan, hun middel van bestaan was jagen en verzamelen. Op een gegeven moment vonden de mensen akkerbouw en veeteelt uit dat was de landbouwrevolutie.
Doordat de landbouw ontstond gingen de mensen op vaste plaatsen wonen en werden ze jagers en boeren. -
3000 v.C Egypte wordt een eenheid , ontstaan van steden schrift.
Omstreeks 3000 v.C ontstond in Egypte een hoogontwikkelde cultuur in een samenleving met steden. Een groot deel langs de nijl kreeg een krijg een baas , de machtige vorst genaamd de farao. -
Omstreeks 3000 v.C veroverde koning Narmer (de baas van boven-Egypte) beneden-Egypte.
Hierdoor werd Egypte één land met één koning. -
Er ontstond een landbouwstedelijke samenleving. De meeste mensen woonde nog op het platteland en leefde ook nog van de landbouw .Maar er gingen steeds meer mensen in steden leven waar handel en ambacht was.
-
Omstreeks 800 v.C ontstond in het Middellandse zeegebied een bloeiende Griekse beschaving. Vele culturen hebben veel van de Grieken overgenomen zoals sport, kunst en wetenschap .
-
Vanaf omstreeks 3000 v.C vormden de gebieden langs de Nijl één staat onder leiding van één goddelijke koning, de Farao. Hij bestuurde zijn rijk niet alleen, hij deed dat namelijk met hulp van: ambtenaren, priesters en soldaten.
-
In de oudheid werd een lijst opgesteld van de zeven wereldwonderen.
Het ging om zeven bouwwerken die toen het hoogst, het grootst, het mooist of technisch het knapst waren. De piramide van Cheops behoorde tot de zeven wereldwonderen.
De piramide werd in de twintig jaar dat farao Cheops regeerde gebouwd. -
De joodse vrouwen Sifra en Pua kregen een afschuwelijke opdracht van de Farao: als een jongetje werd geboren moesten ze hem doden. Dat wilden de vrouwen niet dus gaf de Farao de Egyptenaren de opdracht om alle pasgeboren joodse jongens in de Nijl te gooien.
Een van de vrouwen legde haar zoontje in een waterdichte mand en zette die in het riet langs de Nijl. Een dochter van de Farao vond de mand met de pasgeboren baby en nam hem in huis en zag hem als haar eigen zoon. Ze noemde hem Mozes. -
1500 v.C Toetmosis I aan de macht
Rond 1500 v.C kwam farao Toetmozes I aan de macht . Hij begon met Egypte uitbreiden . Met een sterk leger veroverde hij delen van Syrië , ook versloeg hij de Nubiërs die ten zuiden van Egypte lagen .Na Toetmozes heerste de farao's nog 4 eeuwen over een rijk dat zich uitstrekte van de Eufraat tot Soedan in het Midden-oosten.
De veroveringen maakte Egypte rijk, de veroverden volken moesten jaarlijks goederen aan de Farao geven. -
In 1353 v.C Amenhotep IV werd Farao
Van hem mochten de Egyptenaren nog maar een god aanbidden: Aton (de zonneschijf). Hij veranderde z'n naam in Echnaton. Hij sloot alle kerken waar andere goden werden aanbeden en liet hun namen, afbeeldingen overal wegkrassen. -
Toetanchamon trouwde toen hij nog kind was. Hij was 9 jaar oud en trouwde met de derde dochter van Achnaton. Nadat Toetanchamon getrouwd was, besloot hij met zijn vrouw weer in te trekken in het kasteel vanwege politieke en godsdienstige redenen. Toetananchamon werd uitgeroepen tot koning.
-
De tempel van Salomo is de eerste joodse tempel die in Jeruzalem werd gebouwd.
Deze tempel is gebouwd door koning Salomo. Deze tempel is in de 6e eeuw verwoest er is geen archeologisch bewijs dat de tempel van Salomo heeft bestaan. -
De Griek Herodotus reisde in 450 v.C naar Egypte. Hij wilden met eigen ogen zien hoe de mensen daar leefden , hij wilde hun bovendien vragen over hun verleden. Dat iemand onderzoek deed naar het verleden was nieuw daarom kreeg hij de titel: Vader van de geschiedschrijving.