-
De grotschilderingen van Lascaux zijn belangrijke bronnen vanuit het verleden. De schilderingen zijn gemaakt door de cro-magnonmensen die ongeveer 17000 jaar geleden in Europa leefden. Zij lieten hun sporen in de grot achter. Door de schilderingen kunnen we veel over deze tijd achterhalen, maar er zijn ook vragen die we nog niet met zekerheid kunnen beantwoorden.
-
Tijdens de Ijstijd zag Europa er heel anders uit. Over Noord-Europa lag een grote ijskap en de Noordzee was drooggevallen doordat er zoveel ijs op het land lag. Soms werd het iets warmer, dan ontstonden er uitgestrekte grasvlaktes. Na langer dan 100 000 jaar eindigde de laatste Ijstijd; dat kwam doordat de temperatuur op aarde steeg.
-
De landbouw ontstond voor het eerst in het Midden-Oosten. Eerst werden er graankorrels verzameld door jager-verzamelaars. Op een gegeven moment ontdekten ze dat als je graankorrels in de grond stopt, zelf kon laten groeien. Hiermee begon de akkerbouw, daarna begonnen mensen met het vasthouden, fokken en tam maken van dieren. Steeds meer mensen leerden hoe je gewassen moest verbouwen en vee moest houden, de landbouw begon zich te verspreidden over Europa, Noord-Afrika en Azie.
-
De eerste boeren in Nederland stichtten hun dorpen op de vruchtbare grond in Zuid-Limburg. De landbouw verspreidde zich daarna langzaam. Pas 2000 jaar later was de landbouwsamenleving namelijk in heel Nederland ontstaan.
-
Rond 3600 v.C. woonde er in een huis dat in 1978 werd opgegraven in Egypte een man, hij was een pottenbakker. Deze opgraving liet zien dat er mensen waren met een ander middel van bestaan dan landbouw.
-
Vanaf 3400 v.C. werden hunebedden gebouwd door boeren die hunebedbouwers worden genoemd. Hunebedden werden eigenlijk bedekt met zand zodat het op heuvels leken, maar daar zijn nu alleen nog maar grote, kale, opgestapelde stenen van over. Hunebedden werden gebruikt als familiegraf, doden werden goed verzorgd en kregen voor in het hiernamaals (leven na de dood) potten met eten en drinken, werktuigen en sieraden mee.
-
Veel meer mensen in Egypte gingen leven van ambachten en handel. Door groei van het land, nam de bevolking toe en konden sommige dorpen uitgroeien tot steden. De meeste woonden nog op het platteland en leefden van landbouw, maar een deel van de bevolking woonden in steden, waar handen en ambachten waren.
-
Koning Narmer, de heerser van Boven-Egypte, veroverde Beneden-Egypte. Egypte werd een (1) land, met een (1) koning. Egypte was de eerste grote staat in de wereld, met een centraal bestuur.
-
Ongeveer rond 3000 v.C. werd het hierogliefenschrift uitgevonden in Egypte. Dit schrift bestond uit honderden kleine tekeningen met een bepaalde betekenis.
-
Vanaf 2650 v.C. begonnen farao's met het bouwen van piramides; om daar vervolgens in begraven te worden. Aan de piramides is te zien dat Egyptenaren er georganiseerd waren en dat ze goede technieken beheersten. Later begonnen farao's zoals o.a: Toetanchamon met het bouwen van ondergrondse graven in rotsen.
-
De piramide van Cheops is niet de oudste. De farao Djoser gaf rond 2650 v.C. de opdracht om de eerste piramide te maken in Sakkara.
-
In 2545 v.C. begon de bouw van de piramide van Cheops. Op de vlakte van Gizeh staan nog twee grote piramides van van de zoon en kleinzoon van Cheops.
-
Wetenschap kwam in Egypte ook al voor. Op een papyrusblad uit 1650 v.C. staat een wiskundige berekening van het oppervlak en de hoeken van een piramide. Meetkunde is erg belangrijk bij het bouwen van een piramide.
-
Op een dag kregen twee joodse vroedvrouwen de opdracht; als er bij een bevalling een jongetje word geboren, moeten ze hem vermoorden. Toen ze dit weigerden, kregen alle Egyptenaren de opdracht alle pasgeboren jongetjes in de Nijl te gooien. Een joodse vrouw stopte haar kind in een waterdichte mand en zette die langs de rivier in het riet. Een van de dochters van de farao vond de mand met het kind, ze voedde het kind op als haar eigen zoontje. Ze noemde het kind Mozes.
-
Het verhaal van Mozes staat in de Tenach, het heilige boek van de joden waarin ook hun geschiedenis wordt beschreven. Deze geschiedenis begon ergens tussen 1600 v.C en 2000 v.C bij Abraham. Abraham geloofde dat er maar een (1) echte God was. Volgens de Tenach moest Abraham naar het land Kanaan, waar God vervolgens een verbond met hem sloot. In ruil daarvoor mochten ze andere goden aanbidden. Deze afspraak werd gezien als de start van het jodendom.
-
Ongeveer rond 1500 v.C. kwam de farao Toetmozes aan de macht. Met een beroepsleger veroverde hij delen van Syrie, ten Noordoosten van Egypte.
-
Toetanchamon trouwde op een jonge leeftijd met de dochter van Echnaton. Later toen hij ouder was, werd hij uitgeroepen tot koning.
-
Rond 960 v.C. liet Salomo een tempel bouwen in de hoofdstad Jeruzalem. Na zijn regering viel het koninkrijk uiteen in meerdere koninkrijken.
-
In 568 v.C. verwoestten de Babyloniers de tempel van Salomo en veroverden dat gebied. Ze voerden de joden als slaven naar Babylon.
-
In 539 v.C. veroverden de Perzen Babylon en lieten ze de joden teruggaan naar Kanaan. Ze bouwden vervolgens een nieuwe tempel in Jeruzalem.
-
In 525 v.C. veroveren de Perzen Egypte, in deze tijd was Egypte een satrapie (https://nl.wikipedia.org/wiki/Satrapie) van het Perzische rijk.
-
Rond 450 v.C reisde Herotodus naar Egypte, hij wilde met eigen ogen zien hoe het eraan toe ging. Onderzoek doen naar verleden was nieuw, daarom kreeg Herotodus de naam; 'vader van de geschiedschrijving.'
-
De piramide van Cheops is niet de oudste. De farao Djoser gaf in 2650 v.C. de opdracht voor de eerste piramide in Sakkara. Deze piramide lijkt op een enorme trap.