-
Harry S. Truman
Truman was de president van de Verenigde Staten van 12 april 1945 tot 20 januari 1953. Truman was de opvolger van Roosevelt. Truman was voorstander van internationale samenwerking en fervent tegenstander van het communisme. Truman maakte ingrijpende beslissingen tijdens zijn presidentschap zoals de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, De deelname aan de Koreaoorlog en de goedkeuring van het Marshallplan. -
Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
Op 6 en 9 augustus 1945 werden respectievelijk Hiroshima en Nagasaki (Japan) gebombardeerd met atoombommen door de Verenigde Staten. De bommen zorgden voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. -
Koreaoorlog
De Koreaoorlog duurde van 25 juni 1950 tot het wapenstilstandakkoord van 27 juni 1953. De Koreaoorlog was een strijd tussen het communistische noorden gesteund door de Sovjet-Unie en het 'democratische' zuiden gesteund door de Verenigde Staten. Tot de dag van vandaag geldt er geen officieel vredesverdrag tussen Noord- en Zuid-Korea. -
Montgomery-busboycot
Naar aanleiding van de arrestatie van Rosa Parks die als zwarte vrouw haar zitplaats weigerde aan een blanke man en daarvoor werd opgepakt werden alle bussen geboycot door de zwarte bevolking, dit had vergaande economische sancties voor het openbaar vervoer. Uiteindelijk zorgde dit voor dat je kon zitten waar je maar wilde in de bus, zwart of wit maakte niet langer uit. -
Vietnamoorlog
De Vietnamoorlog duurde van 1 november 1955 tot 30 april 1975. De oorlog ging tussen Noord-Vietnam (Sovjet-Unie) en Zuid-Vietnam (Verenigde Staten). De Verenigde Staten waren bang voor uitbreiding van het communisme en anderzijds was de Sovjet Unie tegen uitbreiding van het kapitalisme. -
John F. Kennedy
Kennedy was president van 20 januari 1961 tot 22 november 1963. Kennedy was een charismatisch persoon en werd de leider van de westerse mogendheden in de strijd van de Koude Oorlog vanwege zijn daadkracht en overtuiging. Kennedy nam belangrijke beslissingen omtrent de Vietnamoorlog, de Cuba Crisis, het Varkensbaai-incident en de ruimterace met de Sovjet-Unie. -
Cuba Crisis
Als gevolg van de Koude Oorlog en de daarbij horende spanning had de Sovjet-Unie besloten om kernraketten te vestigen op Cuba, deze raketten konden het vasteland van de Verenigde Staten bereiken en vormden dus een groot gevaar voor de Verenigde Staten. De Verenigde Staten besloten Cuba onder quarantaine te plaatsen, dit leidde tot een hoogtepunt waarbij de kernwapenss van de Verenigde Staten en die van de Sovjet-Unie kop aan kop stonden. Dit vond plaats van 16 oktober 1962 tot 28 oktober 1962. -
Civil Rights Act
De Civil Rights Act zorgde voor afschaffing van discriminatie en rassensegeregatie van Afro-Amerikanen en vrouwen. Door de wet kwam er gelijkheid op het gebied van kiezersregistratie en rassenscheiding op scholen en andere openbare plekken. -
Richard M. Nixon
Nixon was president van 20 januari 1969 tot 9 augustus 1974. Nixon is vooral bekend vanwege zijn besluiten omtrent de Vietnamoorlog, zijn toenadering met de Sovjet-Unie en de relaties die hij begon met China, ook landde Apollo 11 onder zijn bewind op de maan. -
De eerste mens op de maan
Neil Armstrong zet als gezagvoerder van de Apollo 11 als eerste mens een stap op de maan. Door deze gebeurtenis wint de Verenigde Staten de ruimterace tegen de Sovjet-Unie. -
Watergateschandaal
Het Watergateschandaal was een politiek schandaal. Er kwam aan het licht dat er bij de campagne voor de presidentsverkiezingen van 1972 methodes waren gebruikt die volgens de wet niet mocht. Als gevolg hiervan trad de toenmalig president Nixon af. -
Golfoorlog
De Golfdoorlog speelde zich af van 2 augustus 1990 tot 28 februari 1991. Saddam Hoessein viel als leider van Irak Koeweit binnen. Een VN-Coalitie onder leiding van de Verenigde Staten viel daaropvolgend de Iraakse troepen aan en won uiteindelijk de oorlog. De aanwezigheid van de Amerikaanse troepen zou voor een rijke voedingsbodem van terrorisme zorgen en uiteindelijk de basis leggen voor 9/11. -
9/11
9/11 gaat de boeken in als een zwarte dag in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Op de desbetreffende dag worden er diverse terroristische aanslagen gepleegd door Al Qaida op onder meer de Twin Towers en het Pentagon. Na aanleiding van de aanslagen startte George W. Bush de 'War on Terror'.
