geschiedenis historische contexten

  • 1050

    begin bevolkingsgroei Europa

    door productievere landbouw: 1. meer land bebouwen 2. drieslagstelsel 3. nieuwe technieken (ploeg, paarden ipv ossen)
  • Period: 1050 to 1384

    Nederlandse gewesten onder leiding van Duitse keizers

  • Period: 1050 to

    Chinese Keizerrijk

  • 1300

    Vlaanderen en Brabant economisch zwaartepunt

    eerst Atrecht, toen Brugge, daarna Antwerpen, uiteindelijk Amsterdam
  • 1302

    Guldensporenslag

    Een veldslag waarin Vlaamse ambachtslieden en boeren streden tegen de patriciërs en Franse ridders. De ambachtslieden en boeren wonnen.
  • Period: 1384 to 1482

    Nederlandse gewesten onder leiding van Bourgondische hertogen (Frans)

  • Period: 1482 to 1581

    Nederlandse gewesten onder leiding van Habsburgse keizer (midden EU)s

  • 1492

    Columbus ontdekt Amerika

  • Period: 1500 to

    Reformatie

    Splitsing/uiteenvallen van de christelijke kerk. Protestantisme (nieuw) + katholicisme (oud)
  • Period: 1500 to

    Renaissance

  • 1566

    beeldenstorm

    Begin van de Nederlandse Opstand
  • Period: 1568 to

    Nederlandse Opstand / Tachtigjarige oorlog

    Oorlog tussen Nederlanden/Republiek en Spanje.
  • 1581

    Plakkaat van Verlatinghe

    Republiek erkent Spanje niet meer als vorst, Spanje erkent Republiek niet als onafhankelijk.
  • Period: 1581 to

    Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

    Bestuur door burgers (=regenten) en Staten-Generaal (geen koning of keizer).
  • val van Antwerpen

    Spanjaarden nemen Antwerpen in
  • Period: to

    Gouden Eeuw

  • Period: to

    wetenschappelijke revolutie

  • oprichting VOC

  • Period: to

    Dertigjarige oorlog (Duitse Rijk)

  • Vrede van Münster

    Einde aan Dertigjarige (Duitse Rijk) en Tachtigjarige oorlog (Republiek vs Spanje).
  • Period: to

    Verlichting

  • rampjaar

    einde van de Gouden Eeuw. Republiek in oorlog met Frankrijk, Engeland en twee Duitse staten.
  • onafhankelijkheidsverklaring van Britse koloniën in Amerika

    Britse koloniën in Amerika waren het niet eens dat ze wel belasting betaalden maar geen inspraak hadden.
  • Period: to

    Amerikaanse Revolutie

    Periode tussen onafhankelijkheidsverklaring en erkenning van Britse koning.
  • Staten-Generaal door Lodewijk XVI bijeengeroepen

    3e stand liep weg en riepen nationale vergadering uit. Begin Franse Revolutie.
  • Period: to

    Franse Revolutie fase 1

    Gematigde fase. Belangrijke documenten: 1. Verklaring van de rechten van de mens en de burger 2. nieuwe grondwet 3. Verklaring van de rechten van de vrouw.
  • nieuwe Franse grondwet

    Frankrijk een constitutionele monarchie.
  • Frankrijk wordt een republiek

  • Period: to

    Franse Revolutie fase 2

    Radicale fase. Jakobijnen zagen zichzelf als vertegenwoordigers van het volk. Veranderingen: 1. algemeen mannenkiesrecht 2. economische gelijkheid tussen burgers 3. vervolging tegenstanders van revolutie.
  • Napoleon grijpt de macht in Frankrijk

    Keizer van Frankrijk. Verovert groot deel van Europa. Eigen wetboek: Code Napoléon.
  • Period: to

    ontstaan politieke stromingen

    Liberalisme, Nationalisme, Socialisme, Confessionalisme, Feminisme.
  • Period: to

    industriële revolutie

  • Napoleon wordt verslagen

  • Period: to

    Restauratie

    Herstel van maatschappelijke en politieke verhoudingen zoals vóór de Franse Revolutie.
  • Congres van Wenen (Restauratie)

  • Period: to

    Koninkrijk der Nederlanden

  • Belgische opstand tegen Koninkrijk der Nederlanden

    Belgen in opstand tegen macht van Nederlandse koning, wilden macht bij parlement
  • Period: to

    Opiumoorlogen

  • Verdrag van Nanking

  • grondwetsherziening door Thorbecke

  • Period: to

    Taipingopstand

    Religieuze opstand: leider beschouwt zichzelf als broer van jezus. Willen einde maken aan Qingdynastie.
  • Period: to

    Nianopstand

    Hongerige boeren plunderen door de ongelijkheid.
  • kinderwetje van Van Houten

  • Period: to

    Bokseropstand

    Tegen de westerse aanwezigheid in China. Gesteund door keizerin-weduwe Cixi.
  • revolutie die einde maakt aan het keizerrijk

  • Period: to

    Republiek China

  • ontstaan 4 meibeweging

    Verzet tegen buitenlandse invloed in China en streeft naar modernisering, later CCP.
  • Verdrag van Versailles

  • Period: to

    Republiek van Weimar

    Parlementaire democratie.
  • Dawesplan

    Amerikaanse leningen aan Duitsland
  • bloedbad van Shanghai

    Chiang Kai-shek vervolgd communisten.
  • Period: to

    burgeroorlog Chinese communisten en nationalisten

  • Beurskrach; wereldwijde economische crisis

  • Japan bezet Mantsjoerije

  • Rijksdagbrand

    Machtigingswet aangenomen door crisissfeer. Hitler alle macht, zonder parlement.
  • Hitler aan de macht

  • Period: to

    Nazi-Duitsland

  • Conferentie van München

    Duitsland krijgt toestemming om Sudetenland in te nemen, appeasementpolitiek.
  • Duitse inval in Polen; begin Tweede Wereldoorlog

  • China bij Verenigde Naties

    1 van 5 permanente leden van veiligheidsraad.
  • overgave Duitsland

  • Period: to

    Koude Oorlog

  • Period: to

    Duitslanden in de Koude Oorlog

  • Period: to

    dekolonisatie Azië en Afrika

  • Blokkade van Berlijn

    West-Berlijn volledig afgesloten, luchtbrug zorgde voor mislukken plan.
  • oprichting BRD en DDR

  • Period: to

    Volksrepubliek China

  • oprichting EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)

  • Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

  • mislukte opstand DDR

  • Europese Economische Gemeenschap (EEG)

  • Period: to

    Grote Sprong Voorwaarts

    China in vijf jaar een industriële grootmacht maken door industrialisatie en collectivisatie.
  • bouw Berlijnse Muur

  • invoeren pragmatische economie

    Beperkte mate van eigen land bezit en overschotten verkopen.
  • breuk tussen China en Sovjet-Unie

    Pragmatische economie was volgens SU te kapitalistisch, dus "verraad".
  • Period: to

    detente

    Periode van ontspanning en toenadering tussen de SU en VS tijdens de Koude Oorlog.
  • Period: to

    Culturele Revolutie

    Doel: CCP zuiveren van tegenstanders en samenleving + economie hervormen.
  • DRD en DDR erkennen elkaar als gelijkwaardige staten

  • toenadering Verenigde Staten en China

  • dood Mao

  • Vier Moderniseringen

    1. landbouw 2. wetenschap en technologie 3. industrie 4. defensie
  • studentendemonstraties in Bejing

  • val Berlijnse Muur

  • hereniging van Duitsland

  • einde Sovjet-Unie

  • Europese Unie

    Europese samenwerking
  • teruggave Hongkong aan China

  • teruggave Macao aan China

  • China lid van Wereldhandelsorganisatie (WTO)

  • invoering van de Euro