Engelse soldaat

Amber Horsten

  • Aankomst in Aldershot

    Ik kwam aan in Aldershot. Ik zag veel mensen van ongeveer mijn leeftijd. We werden direkt begeleid door drie mannen. We wisten niet waar we naartoe gingen maar we volgden gewoon. Onderweg praatte ik met de andere nieuwelingen. Bij onze bestemming aangekomen, stond sergeant Clayton ons op te wachten. Hij liet direct zien dat we niet met hem konden sollen. Hij had het al snel gemunt op Wolf omdat hij een gewetensbezwaarde was die niet wilde vechten. Iedereen, ook ikzelf, vond hem laf.
  • Het begin van een mooie vriendschap, of meer?

    Ik ontmoette Will; hij was 18, had donker haar en helder blauwe ogen. Na een tijdje waren we beste vrienden en vertelde ik hem alles. Zo ook bijvoorbeeld over de ruzie met mijn ouders. Toen ik jonger was, speelde ik altijd met mijn buurjongen. Hij noemde Peter. We waren beste vrienden. Tot op een dag Silvia kwam. Peter was verliefd op haar, maar Silvia was op mij, maar eerlijk gezegd, voelde ik iets voor Peter. Toen dat uitkwam, werden mijn ouders zo boos dat ze me nooit meer wilden zien.
  • Verdwenen.

    Verdwenen.
    Niemand wist waar Wolf was. De meesten dachten dat hij gevlucht was, omdat hij niet wou vechten. Sergeant Clayton besloot dat ze hem moesten gaan zoeken, want ver kon hij niet zijn. Even later hoorden we het nieuws dat Wolf dood was teruggevonden in het bos zo'n 6 kilometer verder. Will was er meteen van overtuigd dat sergeant Clayton en zijn vrienden hem vermoord hadden. Zij verafschuwden hem omdat hij niet wilde vechten. Maar daar had ik toch mijn twijfels bij.
  • Terug naar huis.

    De volgende dag zou ik vertrekken naar Frankrijk. Ik besloot om nog 1 keer langs mijn ouders te gaan, zodat ze wisten dat ik naar het front vertrok. Ik hoopte dat ze niet meer boos zouden zijn. Onderweg kwam ik Silvia tegen. Ze zei dat ze me erg had gemist. Ze vond het erg wat er gebeurd was. Toen zag ik vader. Ik stapte op hem af maar hij was bot en kil en zei dat ik zijn zoon niet meer was. Dat de Duitsers me maar beter direct konden doodschieten. Ik vertrok terug met pijn in mijn hart.
  • De eerste wereldoorlog.

    De eerste wereldoorlog.
    Op 2 juli zat ik volop te vechten in Frankrijk, terwijl ik een paar weken daarvoor nog in opleiding was. Het ging er daar zwaar aan toe. Het waren korte nachten en lange dagen en we waren doodop. Ik had het gevoel dat Will me ontliep nadat we elkaar kusten op de laatste avond van de opleiding. Diezelfde maand nog hoorde ik dat mijn vroegere beste vriend Peter dood was. Gezonken met de Nestor. Het was een enorme shok!
  • De Duitse jongen

    Will had een jonge Duitse soldaat gevonden in een schuilplaats. De jongen trilde van angst. We wisten niet wat we met hem moesten doen. Eerst bonden we hem vast. Milton wilde hem direct doodschieten want het was een Duitser en dat volstond voor hem. Het enige dat de jongen zei was: 'Ich will nach Hause.' maar niemand verstond hem. Will was het niet met Milton eens en vond dat hij niet dood moest, Maar Milton luisterde niet naar Will en schoot de jongen toch dood.
  • Spijt !

    Spijt !
    Will had de wapens neergelegd en wilde niet meer vechten om verschillende redenen. Als straf werd hij doodgeschoten. Ik kreeg nog even de kans om met hem te praten, maar we kregen weer ruzie. Hij zei dat hij nooit van me gehouden had en dat we niet eens vrienden waren. Ik was zo kwaad en triest dat ik me kandidaat stelde om te helpen Will dood te schieten. Later had ik daar veel spijt van. Hoe kon ik mijn geliefde vermoorden? Het is me heel mijn leven bij gebleven! Had ik het maar niet gedaan!
  • Klaar om mijn geheim te onthullen ?

    De oorlog was al een tijdje voorbij; eindelijk was ik klaar voor de confrontatie. Ik stuurde Marian, de zus van Will, een brief om te vragen of ik haar kon ontmoeten. Ik had namelijk nog wat brieven van hem. Marian had toegestemd. We spraken af in Norwich. Ik was er een dag te vroeg dus verbleef ik in het hotel. Maar wat bleek, mijn kamer was nog niet klaar want de dag ervoor was er een incident ik die kamer geweest met 2 mannen. Het ging om een zedenzaak. Toch nam ik de kamer.
  • De ontmoeting

    Voor het eerst zag ik Marian. We vonden het allebei nogal ongemakkelijk. We praatten natuurlijk vooral over Will. Daarna nam Marian me mee naar haar ouders. Ze waren zo blij om te horen dat er iemand was die vol lof over hun zoon praatte want in hun buurt vond iedereen Will een lafaard. Op het einde van de ontmoeting vertelde ik Marian wat er op het einde nog gebeurd was tussen mij en Will en zonder op haar reactie te wachten, stapte ik op de trein naar huis.
  • De schande van mij daden.

    Ik was 81. Mijn leven was bijna voorbij. Ik had een carrière gehad als schrijver. Ik had alles over Will en de oorlog ook neergepend. Ik heb Marian nog 1 keer ontmoet en ze vertelde me dat ze me laf vond omdat ik mijn verhaal niet durfde uitgeven voor mijn dood omdat ik bang was voor de mensen hun reactie. Marian haar woorden drongen tot me door en op diezelfde dag pleegde ik zelfmoord met de gedachte dat ik nog de grootste 'witte veer (lafaard)' was van allemaal!