Geschiedenis Hoofdstuk 4

  • Godsdienstoorlogen

    Hendrik IV had met het Edict van Nantes destijds de godsdienstoorlogen in Frankrijk gestopt
  • Period: to

    John Locke

    De tijd waarin Locke geleefd heeft. Hij was een geleerde uit Oxford en studeerde medicijnen. Hij was als arts erg succesvol. Locke had een groot geloof in de ‘rede’ (het vermogen van de mens om logisch na te denken)
  • belasting

    staatskas was leeg, daardoor werd meer belasting gevraagd
  • Troon

    de troon van Lodewijk was in gevaar
  • belegeren

    Lodewijk’s moeder en Mazarin lieten Parijs belgeren
  • opstanden

    er braken opstanden uit in Frankrijk
  • Oorlog

    Frankrijk in oorlog met Spanje
  • Dood

    Mazarin is doodgegaan en Lodewijk besloot alleen te gaan regeren
  • Gevangenis

    Fouguet( een zeer rijke minister van financiën) kreeg een ‘lettre de cachet’ ( als je je niet aan de regels houd van de koning) daardoor moest hij naar de gevangenis
  • Paleis

    het nieuwe paleis in het dorpje Versailles van Lodewijk was klaar
  • Troon

    Troon
    De katholieke Jacobus II verkreeg de troon
  • Macht

    Lodewijk zetten een nieuwe stap om zijn macht te vergroten, hij verklaarde het Edict van Nantes ongeldig
  • Afgezet

    Jacobus II werd door het Engelse parlement afgezet, omdat men vreesde dat hij streefde naar absolute macht
  • Period: to

    Montesquieu

    Charles de Secondat, baron de Montesquieu dacht na over een goede verdeling van de macht. Hij bestudeerde de verhoudingen binnen een samenleving zo goed mogelijk om dan conclusies te kunnen trekken
  • Period: to

    Aanhangers absolute heerser

    Er zijn steeds minder aanhangers voor een absolute heerser die door God gekozen is, om in zijn eentje het land te regeren
  • Period: to

    De Verlichting

    De manier van denken met het eigen verstand centraal
  • Period: to

    standenmaatschappij

    Franse samenleving was een standenmaatschappij
  • Period: to

    Voorzitter en naar Engeland

    Montesquieu werd voorzitter van het parlement van Bordeaux. Hij stopte daar uiteindelijk me, omdat hij zich alleen maar bezig wilde houden met het bestuderen van wetten. Hij is daarom anderhalf jaar in Engeland geweest.
  • Encyclopédie

    Alle kennis die er tot toen toe bekend was werd in de Encyclopédie uitgebracht. Dit was het belangrijkste werk van de Franse verlichting. Veel Filosofen hebben hieraan meegewerkt.
  • Reis door Frankrijk

    Engelsman Arthur Young reisde door Frankrijk, hij vergelijkt Frankrijk met Engeland, Parijs kan niet tippen aan Londen.
  • Finaciele paniek

    koning Lodewijk XVI behoorlijk in paniek. Van zijn voorgangers had hij een enorme staatsschuld gekregen en alles om er iets aan te doen was mislukt. En hij was bang om de steun van de standen te verliezen.
  • Staten generaal bijeen

    Het doel om de staten generaal bijeen te roepen was om de belastingen anders te gaan heffen zodat er meer inkomsten binnen komen in de schatkist en aan de drie standen werd gevraagd om klachten te verzamelen.
  • prijzen gestegen

    De prijzen van het brood waren enorm gestegen en er braken broodrellen uit.
  • Staten generaal weer bijeen

    De staten generaal kwamen weer bijeen in de gespannen situatie vaan de broodrellen.
  • Oorlog tegen Oostenrijk en Pruisen

    Ze begonnen een oorlog tegen Oostenrijk en Pruisen en ze hadden bijna alleen maar nederlagen en uiteindelijk koste deze gebeurtenis de kop van de koning.
  • Onthoofd

    na een spannend proces werd eerst de koning en later Marie-Antoinette onthoofd.
  • Robespierre

    hij zag uiteindelijk overal vijanden en dat leide tot zijn eigen dood door
  • Staatsgreep

    na een staatsgreep was het voor napoleon niet moeilijk om te macht op te eisen
  • Keizer

    om zijn macht te onderstrepen kroonde napoleon zich tot keizer
  • aanval moskou

    Hij trok met een leger van 600.000 man naar moskou om het gebied te veroveren
  • Ontsnapping

    Napoleon ontsnapte van het eiland Alba
  • Slag bij waterloo

    Napoleon werd samen met zijn leger verslagen bij Waterloo, door de russen, oosterijken en de pruisen