-
Period: 800 BCE to 150 BCE
Grieken
-
Period: 753 BCE to 476
Romeinen
-
637 BCE
Apollo 11 cave
De Apollo 11 Cave is een archeologische vindplaats in het ǀAi-ǀAis/Richtersveld Transfrontier Park in het zuidwesten van Namibië, ongeveer 250 km ten zuidwesten van Keetmanshoop. De naam die het Nama-volk gaf aan de omgeving en vermoedelijk ook aan de grot was “Goachanas”. De grot kreeg echter zijn naam van de Duitse archeoloog Wolfgang Erich Wendt (1934-2015) in verwijzing naar de toen recente terugkeer van Apollo 11 naar de aarde. Vertaald met DeepL.com (gratis versie) -
500 BCE
Klassiek Griekenland
-
476 BCE
Muziek in de oudheid
-
336 BCE
Alexander de Grote
Alexander III van Macedonië , beter bekend als Alexander de Grote was koning van Macedonië. Hij veroverde het Perzische Rijk tot aan de Indus, waardoor hij een van de grootste rijken uit de oudheid creëerde. -
27 BCE
Augustus
Imperator Caesar Augustus, geboren als Gaius Octavius, die zich na zijn adoptie door zijn oudoom Gaius Julius Caesar noemde, meestal kortweg aangeduid met de door hemzelf niet gebruikte naam Octavianus of Augustus, was de eerste princeps van het Romeinse rijk. Door steeds meer verschillende bevoegdheden van republikeinse magistraten naar zich toe te trekken kreeg hij als alleenheerser de feitelijke macht over Rome in handen. -
315
Colossus van Constantijn
De Colossus van Constantijn was een groot standbeeld van Constantijn de Grote in het oude Rome. Het standbeeld was een zogenaamde akroliet. Dit is een beeld waarbij het lichaam van met brons verguld hout is gemaakt, met een bakstenen kern. De ledematen en het hoofd zijn van marmer. Het beeld van Constantijn stond in de westelijke apsis van de Basilica Nova, die door Constantijn rond 315 werd voltooid. Het standbeeld beeldde Constantijn gezeten op zijn troon uit. -
Period: 498 to 1500
Middeleeuwen
-
Period: 500 to 1453
Byzantijnse kunst
-
Period: 1000 to 1198
Romaans
-
Period: 1140 to 1500
Gotiek
-
Period: to
Modernisme
Kunst van de (eerste helft van) de 20e eeuw. Let op het verschil tussen iets 'modern' noemen en 'modernistisch': dat laatste geeft weer dat je het over een manier van kunst maken hebt. In deze tijd zijn kunstenaars op zoek naar nieuwe vormen/waarheden en breken ze met bestaande tradities. We zien in dit hoofdstuk alleen maar nieuwe dingen. De kunstenaars zijn het niet altijd met elkaar eens, vandaar zoveel verschillende -
Period: to
Expressionisme
uitdrukken van het gevoel van de kunstenaar gecombineerd met de zichtbare werkelijkheid. Gevoelens met kleuren. Redelijk plat, weinig ruimte, gestileerd. Niet alleen schilderkunst, ook beeldhouwkunst en architectuur (decoratie in bijv. baksteen: De Amsterdamse School) -
Period: to
Kubisme
Hoekig, geometrische vormen, gefragmenteerd, monochroom kleurgebruik, 2 soorten: analytisch kubisme en synthetisch kubisme. Bekende schilder: Pablo Picasso -
Period: to
Futurisme
Italie. Drang naar vernieuwing op gebied van technologie, snelheid, dynamiek. Vormgeving: meerdere momenten in een beeld, fragmentarisch en herhaling. -
Period: to
Constructivisme
Rusland. Vaak gebruikt als propaganda. Abstract (sociaal nut), gebruik van tekst, beperkt kleurgebruik en geometrische vormen. -
Period: to
De Stijl
Nederland. Op zoek naar zuivere kunst/nieuw kunstbewustzijn. Handschrift van de kunstenaar is niet meer zichtbaar. Samenwerking tussen verschillende kunstdisciplines. Primaire kleuren, horizontale en verticale lijnen. In huis: functionele vormgeving. Architectuur: Rietveld-Schroderhuis Utrecht.