-
toegenomen veiligheid, opkomst van handel en steden.
Veranderingen in de landbouw:
• meer landbouwgrond door ontginningen en inpolderingen
• hogere opbrengsten door technische verbeteringen zoals risterploeg
• efficiënter gebruik landbouwgrond door drieslagstelsel
Gevolgen van hogere voedselproductie:
• groei van de bevolking
• toename van handel (over langere afstand)
• specialisatie van ambachten
• toename gebruik van geld (munten en wisselbrief) -
- Was een bisschopsstad, dus nooit helemaal ingestort.
- Rijk door lakennijverheid
- Veel schapen door onvruchtbare grond
- Veel landbouw
- Verbonden met jaarmarkten Italië
- Veel macht kooplieden
- Gilden
-
-
- Atrecht routes verstoord door oorlog
- Komen nu via zee of rivieren, Brugge makkelijker bereikbaar
- Spanje, Hanze, Italië
- Brugge = handel, Gent = nijverheid -- specialisatie
- Innovatie: Arbeidsverdeling, betere schepen, kanalen, Stapelmarkt
- Schaalvergroting: versterken eigen postitie
- Wisselbrief + bank = koopmansbeurs
-
- Koning Franrijk en patriciërs tegen het gemeen met de graaf van Vlaanderen
- Het gemeen wint, de gilden krijgen van de Graaf meer invloed
-
-
-
- Betere ligging Schelde
- Verbinding Europese achterland
-
-
- Filips II neemt macht Karel V over (Spaanse Habsburgers)
- Meer belasting
- Heftiger aanpakken protestanten
- Burgers steeds meer ontevreden
- Filips vertrekt een aantal jaar later naar Spanje en stuurt afgevaardigde Parma
-
-
- Beeldenstorm raast door het land
- Filips wordt boos en stuurt Alva (de ijzeren hertog) i.p.v. Parma.
-
-
-
- Blokkade van Antwerpen zorgt dat de al bekende haven het handelscentrum van Europa wordt.
- Al bekend in de Oostzeehandel
-
-
-
-
Habsburgse keizer (RK) onderdrukt protestanten.
-
Mercantilisme komt op. Franrijk en Engeland worden rijker en sterker. Ze gaan Nederland steeds meer haten.
-
Edelen in opstand tegen hogere belastingen door 30-jarige oorlog om macht te vergroten. Het einde van feodalisme, begin absolutisme.
-
2 Duitse staten, Engeland en Frankrijk vallen Nederland binnen. Einde Gouden Eeuw, einde Republiek.
-