- 
  
   auditief vermogen sinds baarmoeder auditief vermogen sinds baarmoeder
 blootstelling aan verschillende soorten geluiden (vb: hartslag, spijsvertering, stem moeder)
 vooral lage frequenties
 baby hoort goed vanaf dat het vruchtwater is weggevloeid uit het middenoor (na geboorte)
 horen zeer hoge en lage frequenties enorm goed (beter dan volwassenen)
 minder frequenties horen ze net iets minder goed
- 
  
   TRIMESTER 3 TRIMESTER 3
 capaciteit tot emotionele expressie al aanwezig in de prenatale fase
 -gelaatsbewegingen die lijken op fronse, glimlache, wenen, lachen
 - bereid kind voor op emotionele expressiviteit
- 
  
   vanaf geboorte: vermogen om pijn te voelen vanaf geboorte: vermogen om pijn te voelen
 pijn veroorzaakt "agitatie"= staat van verhoogde rusteloosheid
 -snellere hartslag zweten
 -veranderde: gelaatsuitdrukking, intensiteit/toon van huilen
 reacties op pijn sneller en sterker naarmate baby ouder wordt
 blootstelling aan pijn in babytijd — hogere pijngevoeligheid in volwassenheid
- 
  
   =informatie die de verschillende zintuigen opvangen wordt geïntegreerd en gecoördineerd =informatie die de verschillende zintuigen opvangen wordt geïntegreerd en gecoördineerd
 al heel vroeg uitwisseling tussen de zintuigen
 vb: object heeft dezelfde vorm wanneer we het zien als wanneer we het aanraken, specifieke lipbewegingen gaan samen met specifieke geluiden, wanneer een voorwerp op een hard oppervlak, maakt dat een bondend geluid
- 
  
  vanaf geboorte lachen als voldaan, REMslaap of prettige stimulatie
 reflexief
 uitdrukking van fysiologische toestand
 solitair, zelfgenoegzaam
- 
  
   Voorgeprogrammeerde fysiologische reactie, uitgelokt door interne of externe stimulatie Voorgeprogrammeerde fysiologische reactie, uitgelokt door interne of externe stimulatie
 gaat gepaard met hoge niveaus van fysiologische arousal
 aanvankelijk erg uniform daarna verschillende vormen van wene en ouders leren deze
 pas na enkele maanden snappen ze doelgericht huilen
- 
  
    - ontwikkeling van versch. ritmes: ademhalen, zuigen, slapen, waken, plassen, ontlasting..
- deze zijn aangestuurd door versch/ lichaamssystemen -- toenemende mate van integratie
- pasgeborene alterneren tss versch. gedragstoestanden (gradaties van slaap en waakzaamheid): -diepslapen -licht slapen -slaperig zijn -rustig alert zijn -actief alert zijn -wenen Nog geen circadiaans ritme: slapen 16u per 24u, in spurts 2 uur dan wakkere periode !45min SLEEPCYCLE! zie afbeelding
 
- 
  
  -lichaam laat weinig soepele bewegingen toe TOCH motorische vaardigheden
 aangeboren reflexen
 - Zoekreflex
 - Stapreflex
 - Zwemreflex
 - Mororeflex= spreiden v. armen en proberen vast te klammen als ondersteuning nek/hoofd weg valt
 - Babinski reflex = spreiding tenen bij aanraking voet
 - Schrikreflex= armen en vingers spreiden en rug overstrekken bij schrik
 - Knipperreflex
 - Zuigreflex
 - Kokhalsreflex
 - Palmgreepreflex
 - Tonische nekreflex= zwaardvechtpose bij hoofd draaien
- 
  
    
- 
  
   -groeien= botten worden langer -groeien= botten worden langer
 -groeischijven aan uiteinde van de botten
 -bevatten kraakbeencellen→ kraakbeencellen vermeerderen zich → veranderen uiteindelijk in botcellen (=ossificatie)
 -ongeboren kind: botten hoofdzakelijk kraakbeen omgezet in bot
 -zacht en buigzaam
 -begint voor geboorte te verharden
 naarmate ontwikkeling vordert, wordt steeds meer kraakbeen omgezet in bot
- 
  
   -tast-, reuk-, en smaakzin best ontwikkeld bij de geboorte (zicht minste) -tast-, reuk-, en smaakzin best ontwikkeld bij de geboorte (zicht minste)
 -pas geboren reageren op diverse sorten prikkels (tactiel, gustatorisch, waarneming, olfactorisch, visueel, auditief
 cruciale processen:
 "sensatie"= elemtaire gewaarwording van een stimulus, zoals geregistreerd door een zintuig
 "perceptie"= verwerking en interpretatie van zintuigelijke informatie door de hersenen, de eigenlijke waarneming
 -20/400 visuele scherpte
 moeite met visuele accommodatie
 -best 25cm af zien
- 
  
   -nog niet volledig ontwikkelde visuele structuren in oog en hersenen: visuele cortex, "foveale kegeltjes"=voor scherpte zicht en kleurzicht -nog niet volledig ontwikkelde visuele structuren in oog en hersenen: visuele cortex, "foveale kegeltjes"=voor scherpte zicht en kleurzicht
 -kort na geboorte voorkeur voor bepaalde stimuli -Experiment Robert Fantz: “kijkkamer”
 Resultaten:
 stimuluseffen stimulus
 kromrecht
 3D2D
 correct menselijk gezichtdoor elkaar gegooid gezicht
 voorkeur deels genetisch, deels gevolg van vroege ervaringen
 bij geboorte al voorkeur voor gezicht van moeder
- 
  
   beperkt bij geboorte beperkt bij geboorte
 pasgeborenen zien beter : grootoppervlak, fel en duidelijke tint
 kleurzicht rood-- groen ontwikkeld sneller dan blauw-- geel
 voorkeur voor primaire, zuivere kleuren boven pasteltinten en mengvormen
- 
  
   na geboorte voorkeur= zoet na geboorte voorkeur= zoet
 zichtbaar in gelaatsuitdrukkingen
 evolutionaire erfenis: moedermelk= zoet, bitter=giftig
 -beïnvloed door ervaring
 -obv moedermelk
 +prenatale ervaringen (geur en smaak vruchtwater, colostrum)
 beïnvloed door voeding moeder tijdens zwangerschap/borstvoeding
 - smaak vruchtwater/moedermelk
 cultuurspecifieke smaken worden door moedermelk doorgegeven
 baby’s die borstvoeding krijgen kunnen geur moeder onderscheiden van geur andere volwassenen
 niet voor: vader, flesvoeding
- 
  
   baby hebben geluidslokalisatie vanaf hun eerste dagen (= richting hoofd naar vanwaar het geluid komt) baby hebben geluidslokalisatie vanaf hun eerste dagen (= richting hoofd naar vanwaar het geluid komt)
 - Vermogen tot geluidslokalisatie is wel minder dan een volwassenen (dit heeft te maken met het tijdsverschil voor bereiken ene vs. andere oor en bij baby afstand kleiner.)
 - eerst reflexmatig → verdwijnt rond 6 weken → keert terug rond 3 maanden als doelbewuste reactie.
- 
  
   JONGE BABYS (eerste dagen?) JONGE BABYS (eerste dagen?)
 -jonge baby’s kunnen geluid al onderscheiden, als deze luid + genoeg verschillen
 -verschillende toonhoogtes
 -alle klanken in menselijke taal
 -voorkeur spraak boven niet-spraak
 -activatie van zowel auditieve als motorische gebieden in de ceberale cortex
 -bij perceptie van spraakgeluiden ook motorisch plannen geactiveerd ter voorbereiding van zelf spreken
- 
  
   EERSTE DAGEN AL EERSTE DAGEN AL
 - vrij snel na geboorte al voorkeur voor bepaalde geluiden
 vb: menselijke stem, vooral moeder (+ vader als deze veel tege de buik praatte) taal gesproken in eigen omgeving
 gelinkt aan eerste ervaringen na geboorte (cf. gezicht) maar ook aan wat prenataal gehoord is
 stem moeder
 voorgelezen stuk tekst
 muziek vaak beluisterd tijdens zwangerschap
- 
  
    - gem. 50 cm lang -gem. 3.500 gram Jongens gem. zwaarder dan meisjes preventieve opvolging door kind en gezin lengte gewicht hoofdomtrek gewicht voor lengte
- 100-200 miljard neuronen
- subcorticale gebieden voor ademhaling en hartslag best ontw. -"aborisatie"= verder vertakken van dendrieten -"myelinisatie"= maken van witte stof -"snoeien, pruning"= overbodige neuronen en verbindingen worden 'geknipt'
 
- 
  
   voor geboorte al gevoelig voor aanraking voor geboorte al gevoelig voor aanraking
 skin-to-skin contact bevorderd vroege ontwikkeling
 "kangoeroe-zorg" bij premature baby’s
 "babymassage" → zorgt voor een goede band, gezonde ontwikkeling
 tastzin gebruikt om de wereld te verkennen
 onderscheid: vertrouwde VS. niet-vertrouwde objecten obv vorm en textuur
- 
  
   baby is verbonden met verzorger baby is verbonden met verzorger
 niet passief overgeleverd, maar interactioneel
 eerste communicatie: preverbaal, lichamelijk en affectief
 belang van sensitiviteit en emotionele beschikbaarheid zorgfiguur
 Lorenz: ‘babysness’
 baby communiceert zowel positieve als negatieve emoties/onbe-/welbehagen
 aanknopingspunten voor de ouder: hoe baby voelt/nodig heeft
 ook bevredigend
 feedback/appreciatie aan verzorger/ wederzijdse affectie
- 
  
   pasgeboren kunnen emoties imiteren pasgeboren kunnen emoties imiteren
 al weten ze de betekenis niet
 rol "spiegelneuronen"
 eerst + dan - emoties
 dan intensiteit van zelfde emoties
 later versch. negatieve emoties
 -ervaring speelt rol
 babys onderscheiden beter emoties van mama (pos. samenhang met hvl. interactie)
 mishandelde herkenne beter boze expressie
 babys in collectivistische samenleving onderscheuden sneller expressies dan in individualistische
- 
  
   cognitief en neurologische onvoldoende ontwikkeld om zelf emoties te reguleren cognitief en neurologische onvoldoende ontwikkeld om zelf emoties te reguleren
 snel overweldigd door intense emotie
 onsuccesvolle gedragingen gericht op regulatie
 -zichzelf troosten
 -distress blijft/keert als situatie onveranderd
 initieel extern (doorprimaire verzorgers)
 "co-regulatie"
 -ondersteund door hersenontwikkeling
 meer stimulatie kunnen verdragen
 beginnende aandachtscontrole
 door betere motorische vaardigheden fysieke toenadering/vermijding mogelijk, …
- 
  
  tijdens eerste 2 jaar
 hersenen op 2 jaar75% van gewicht en omvang op volwassen leeftijd
- 
  
  TOT 6 MAAND
 Moeite met "visuele focus"= blik richten op één punt in gezichtsveld
 heeft te maken met beperkte vermogen tot "convergatie"= gezamelijk richten van beide ogen op één punt
- 
  
  EERSTE LEVENS WEKEN
 jonge baby’s kunnen blik niet goed verschuiven
 soms vluchtige volgbewegingen, maar nog niet veel controle over oogspieren
 nodig om bewegend object te volgen of om omgeving te scannen
 verbetert naarmate visuele focus beter, maar ook evenwicht en aandacht spelen een rol
- 
  
  1-4 MAANDEN
 substadia Piaget
 - afzonderlijek acties worden steeds beter gecoordineert tot een geintegreerde activiteit
 - interessante of prettige acties worden herhaald= "primaire circulaire reactie "
 - veelal gericht op eigen lichaam
 - 'gedrag losgekoppeld van uitlokkende prikkel'
- 
  
  0-1 MAAND
 substadia van SENSORIMOTORISCHE STADIUM Piaget
 -aangeboren reflexen als kern van cognitief leven
 - eerste star en stereotiep, maar veranderen daarna als gevolg van ervaringen
 - zie reflexen
- 
  
  eerste 2 MAANDEN: toenemende alertheid, moeite met aandacht verschuiven
- 
  
  vooral op wat opvalt en nieuw is
- 
  
  eerste 3 JAREN
 = autobiografische geheugen niet erg accuraat voor het 3e levenjaar
 -verschillende mogelijke verklaringen
 -(hippocampus ontwikkeling, niet-verbale codering)
- 
  
  EERSTE MAANDEN
 categoriseren op basis van afzonderlijke perceptuele kenmerken
- 
  
  vanaf 3 à 4 WEKEN
 vb: "Motion parallax": wanneer een baby beweegt, zien objecten dichterbij sneller bewegen dan objecten verder weg. Dit helpt het kind om diepte te schatte
- 
  
   2 à 3 MAAND 2 à 3 MAAND
 -bij de geboorte zijn handjes meestal gebald, vanaf 2 maand zijn ze af en toe open, vanaf 3 maand meestal open
 -veel interesse voor eigen handjes
 -erna ook in voorwerpen: eerst ongericht slaan...
- 
  
  vanaf 2 à 3 MAAND
 =elk oog ziet een iets ander beeld; de hersenen combineren deze beelden om diepte te reconstrueren.
 vb: Convergentie: de oogspieren draaien de ogen naar elkaar toe voor nabije objecten, wat de hersenen gebruiken als dieptesignaal.
- 
  
  hoogtepunt 14 MAAND IN het kader van ontwikkeling gehechtheid
 paralell met vreemdeansgt
 ook schrik voor harde geluiden en niet vertrouwd speelgoed
- 
  
   6 WEKEN: gelaatsuitdrukkingen van een onbekende volwassenen imiteren een dag later 6 WEKEN: gelaatsuitdrukkingen van een onbekende volwassenen imiteren een dag later
- 
  
  6 à 10 WEKEN
 interessante voorwerpen
 iets tot stand kunnen brengen
 interessante personen: sociale glimlach
- 
  
  vanaf 2 à 3 MAAND:
 aandacht aan meer aspecten van de omgeving en diepgaandere exploratie
 -toenemende efficientie van aandachtscontrole
 -betere aandacht verschuiven, ook danzij betere controle oogspieren
 afname habituatietijd
 betere capaciteit tot volggehouden aandacht
- 
  
  2 à 3 MAAND
 = grondigere exploratie van patronenen + integratie van delen tot perceptie geheel
- 
  
   3 MAAND 3 MAAND
- 
  
  leren stampen met letter A -- niet stampen bij cijfer 2
- 
  
  3 MAAND
 glimlachen tijdens interactie
 intenser als andere antwoord met geluidjes en gelaatsuitdrukkingen
 weinig verschil tussen vertrouwde en onvertrouwde personen
- 
  
  3 à 4 MAAND
 eerst reactie op heel actieve stimulatgie
 later bij subtielere gebeurtenissen
- 
  
   +-3maand +-3maand
- 
  
  tenzij de primaire verzorger een man is
- 
  
   tussen 3 à 6 MAAND tussen 3 à 6 MAAND
 voorkeur en betere discriminatie van gezichten van eigen etniciteit en geleidelijk aan afname mbt andere etniciteiten (tenzij in omgeving met veel diversiteit)
 ook afname vaardigheid om dierengezichten van elkaar te onderscheiden
 = "perceptuele vernauwing"
- 
  
   Piaget: 8 MAANDEN Piaget: 8 MAANDEN
 VANAF 3 MAANDEN: "violation-of-expectations"= The idea is that if infants have certain expectations about how events should unfold, they will look longer at events that contradict those expectations
 waarom kinderen toch langer moeite hebben met het vinden van verborgen objecten?
 is een complexere taak
 succes komt in stappen
 ook andere verklaringen voor A-niet B fout
 eerder beloonde respons moeilijk kunnen inhiberen
 onvoldoende aandacht gegeven aan verplaatsen van object
- 
  
  - 3 à 4 maand -"functionele differentiatie" in brein -"structurele plasticiteit"= ervaringen en herinneringen veranderen de fysieke structuur van het brein -"functionele plasticiteit"= functies van het brein bewegen van gekwetste naar niet gekwetste plekken (zeker in eerste levensjaar)
 
- 
  
   TUSSEN 4-6 MAAND TUSSEN 4-6 MAAND
 eerst ruglig naar zijlig
 later buiklig-- ruglig en ruglig -- buiklig
- 
  
  vanaf 4 à 6 MAAND
 Dit zijn monoculaire (met één oog waarneembare) cues, vaak gebruikt in 2D-beelden of schilderijen.
 vb: Overlap (occlusie): als een object een ander gedeeltelijk bedekt, lijkt het dichterbij.
- 
  
   TUSSEN 4 6 MAAND TUSSEN 4 6 MAAND
 "palmgreep"= gerichtgrijpen met volle hand
- 
  
   VANAF 4 tot 6 MAANDEN VANAF 4 tot 6 MAANDEN
- 
  
   4-7 MAAND 4-7 MAAND
 "muzikale zinnen"=
- 
  
   vanaf 4 MAAND ook toename frequentie en intensiteit van boosheid vanaf 4 MAAND ook toename frequentie en intensiteit van boosheid
 in waaier aan situaties
 iets leuks of interessants wordt weggenomen
 verwachte zaken afgenomen
 bewegingsvrijheid
 hechtingsfiguur verdwijnt
 tegen zin in slapen gelegd worden
- 
  
  4-8 MAANDEN
 substadia volgens Piaget
 - baby speelt in omgeving, mee dankzij toegenomen "oog-handcoordinatie"
 -aandacht voor effecten van het gedrag
 -prettige gebeurtenissen in de omgeving, initieel bij toeval veroorzaakt, worden herhaal= secundaire circulaire reactie
 -vocalisaties
 -nog geen echt inzicht in relatie tussen gedrag en effect (semi-intentioneel)
- 
  
  5-6 MAAND
 niet meer naar vreemde
 vaker lachen bij vertrouwen
- 
  
   6 MAAND 6 MAAND
- 
  
   VANAF 6 à 9 MAAND VANAF 6 à 9 MAAND
 eerst tijgersluip DAN kruipen op handen en knieën
 sommige kinderen slaan kruipen over
 - meteen lopen of voortbewegen op poep
- 
  
   VANAF 6 à 9 MAAND VANAF 6 à 9 MAAND
- 
  
  6 MAAND
- 
  
  verborgen objecten vinden, uitgestelde imitatie
- 
  
  vanaf 6 MAAND
- 
  
   6-8 MAAND 6-8 MAAND
- 
  
   tussen 6 en 9 MAAND tussen 6 en 9 MAAND
- 
  
   6 MAAND 6 MAAND
 -entertainement liedjes
 -slaapliedjes...
- 
  
   aarzelen tot nieuws aarzelen tot nieuws
 aarzelen bij beginnend kruipen
 aarzelen reageren op vreemde
- 
  
  snelle verbetering tijdens eerste 6 à 9 MAAND
 scherpte zoals volwassen (20/20) in loop van 2E LEVENSJAAR
 contrastsensitiviteit neemt toe doorheen babyjaren
 voor jonge baby’s heeft ‘bold’ checkboard meer contrast dan ‘complexe’ → deze ‘bold’ figuren krijgen dus de voorkeur
 echter zodra er contrast sensiviteit is verschuift de voorkeur naar ‘complexe figuren’
- 
  
  twee helft van eerste levensjaar groepering in indrukwekkende waaier aan categorien
 niet alleen categorisatie fysieke wereld, ook emotionele en sociale wereld
 shift perceptuele categorie naar conceptuele categorien
- 
  
   7 MAAND 7 MAAND
 -vanaf 7 maand spraakstroom opdelen in woorden
 -“stock” van klankpatronenen, (die pas later met betekenis geassocieerd zal worden)
 -vaardigheid om snel woorden te herkennen in een spraakstroom is voorspellend voor latere taalontwikkeling
- 
  
    - soms panische reageren als vreemde te dichtbij komt/ te uitbundig contact zoeken, ...
 
- 
  
   8 MAAND: na één minuut nog weten 8 MAAND: na één minuut nog weten
- 
  
   8 MAAND 8 MAAND
 baby's leren focussen op betekenisvolle klankverschillen
 - klemtoonpatronen
 -cultuureigen klanken
 -grotere spraaksegmenten (woorden)
 baby's zijn op 8 maanden ook al instaat tot 'statistische analyse en klankpatronen"
- 
  
  8-12 MAANDEN
 substadia van sensorimotorische stadium van Piaget
 - verschillende schema's gecoordineerd tot een actie
 -intentioneel gedrag
 -beginnende anticipatie
 -beginnende objectpermanentie (= besef dat mensen/ objecten niet ophouden te bestaan, ook al zijn ze onzichtbaar)
 -cf. objectzoektaak (wel nog met A-niet B fout)= doorzettingsfout
- 
  
   9 MAAND 9 MAAND
- 
  
    
- 
  
   tussen 9 en 12 maand tussen 9 en 12 maand
 "pincetgreep"= iets oppakken tussen duim en wijsvinger
- 
  
   9 MAAND 9 MAAND
- 
  
   tussen 9 en 12 MAAND tussen 9 en 12 MAAND
 daarna zijwaarts schuiven langs meubel
- 
  
  10 MAAND: varia aan lachen
 naar gelang context
 -gereserveerd en stil naar vreemden
 -volmondig tijdens spel met ouders
 naarmate ouder -- steeds doelbewuster gebruik van glimlach in sociale situaties
- 
  
   10 - 12 MAAND: succes in taak waarin speelgoed verworven moet worden na het overkomen van een obstakel en het grijpen van touw (imiterende generaliseren naar een nieuwe context) 10 - 12 MAAND: succes in taak waarin speelgoed verworven moet worden na het overkomen van een obstakel en het grijpen van touw (imiterende generaliseren naar een nieuwe context)
 -een jarige kunnen verder gaan dan trial and error experimenten: ze representeren zich mentale oplossingen en passen deze toe in nieuwe contexten
- 
  
   start rond 12 MAAND start rond 12 MAAND
 toevallige ontdekking door zwaaibewegingen met potlood
 erna doelbewust krassen
- 
  
  vanaf 12 MAAND
- 
  
   VANAF 12 MAAND: handelingen van een volwassene met een pop imiteren een dag later + generalisatie naar vergelijkbare poppen ( vb: lia roos in badje met badeendjes) VANAF 12 MAAND: handelingen van een volwassene met een pop imiteren een dag later + generalisatie naar vergelijkbare poppen ( vb: lia roos in badje met badeendjes)
 TUSSEN 12 EN 18 MAAND: meerdere handelingen, langere interval en bij veranderde context
- 
  
  12 MAAND
- 
  
   vanaf 12 MAAND vanaf 12 MAAND
- 
  
   rond 1 jaar besef dat woorden gebruikt kunnen worden om mentale beelden op te roepen van dingen die niet fysiek aanwezig zijn="referentie-verschuiving" rond 1 jaar besef dat woorden gebruikt kunnen worden om mentale beelden op te roepen van dingen die niet fysiek aanwezig zijn="referentie-verschuiving"
 vaardigheid neemt toe naarmate geheugen en woordenschat beter worden
 initieel nog veel beperkingen
 cf. studie met de natte kikker
- 
  
   zelfbesef begint te groeien vanaf 12 maand zelfbesef begint te groeien vanaf 12 maand
 = bewust zijn dat we als individu los van de rest van de wereld bestaan
 "SPIEGELTEST"
 6-12 maand: ander kind
 12-18 maand: aarzeling/verwarring
 18-24 maand: zelfherkenning
- 
  
  12-18 MAAND
 -doelbewuste variaties van actie= tertaire circulaire reactie= mini experiment
 -belangstelling voor het onverwachte
 -beter inzicht in objectipermanentie -- accurate performantie op objectzoektaak
- 
  
   EINDE 1E JAAR EINDE 1E JAAR
- 
  
   einde van 1e JAAR: verschillende uitingen einde van 1e JAAR: verschillende uitingen
 =lage maten van responsiviteit/afwezigheid van "+" emotie
 vooral bij ernstige verstoring van communicatie met de verzorger
 weinig soc. stimulatie, scheiding/ niet responsief hechtingsfiguur
 emotionele expressie moeilijk te interpreteren
 naarmate baby meer op buitenwereld gericht raakt, meer differentiatie en betekenisvolle link met context
 bevorderd door ‘spiegelen’ = geven iets terug op lieve manier naar de baby
 congruent
 contigent
 gemarkeerd
- 
  
  korte sequentie gedragingen onthouden voor de duur van 3 maanden
- 
  
   vanaf 1 jaar vanaf 1 jaar
- 
  
   rond 1 JAAR met lepel rond 1 JAAR met lepel
- 
  
   rond 14 à 15 MAAND rond 14 à 15 MAAND
 eerst vrij starre houding, dribbelgang
 naarmate evenwicht beter ook stapjes opzij of achteruit, bal voorttrappen, trap oplopen aan hand volwassenen, …
- 
  
   14 MAAND: na een dag of meer nog weten 14 MAAND: na een dag of meer nog weten
- 
  
   VANAF 18 MAAND VANAF 18 MAAND
 goed evenwicht en behendigheid: rennen, klimmen, loopfiets...
- 
  
   vanaf 18 MAAND met vork vanaf 18 MAAND met vork
- 
  
  korte sequentie gedragingen onthouden voor 1 jaar
- 
  
  18 MAAND
- 
  
  18-24 MAANDEN
 - vermogen tot mentale represtantatie/symbolische denken (beelden en concepten)
 -zich voorstellen waar niet zichtbare objecten zich bevinden
 - beter inzciht in oorzaak-gevolg relaties
 -indirecte/uitgestelde imitatie
 -doen alsof/fantasiespel
 = basis voor preoperationeel denken in volgende stadium van Piaget
- 
  
   2e LEVENSJAAR/24 MAAND 2e LEVENSJAAR/24 MAAND
- 
  
  
- 
  
  minder aangetrokken tot ‘nieuw’ → grotere doelgerichtheid → volgehouden aandacht neemt toe
- 
  
    
- 
  
  2 JAAR
 leren veel uit zichzelf in interactie met de omgeving
 blijkt uit: taak of puzzel of nabootsing gevraagd dat te moeilijk is beginnen te wenen
 -rol van opvoeding/culturele verschillen
 sneller in indivi dan in collecti
